Wat te doen?
zondag 15 juni 2025

Wat te doen met die zojuist opengeknipte zak paprikachips? Er staat ‘BIO Organic’ op, ‘pure & authentic’, en ‘Straight from the land’. Het is dus niet zomaar een zak paprikachips. ‘Ten minste houdbaar tot 25-01-2025’, dat staat ook op de zak. Hij zat in een doos vol ‘lekkers voor onderweg’, zuinig bij elkaar gespaard met zegeltjes - en ik had hem direct weg moeten geven. Leeg eten lukt zelfs niet in deze hitte, zo smerig vind ik paprikachips. Nog steeds. Nou ja, dan weet je dat alvast.
‘Een mens is meer mens door de dingen die hij verzwijgt dan door de dingen die hij zegt.’ *
Die morgen was ik al vroeg onderweg naar het station, en op straat is het één en al zonlicht en vogelgeluiden. De stad begint opnieuw, elke ochtend weer. Over een uur, als de auto’s wakker zijn geworden, kunnen alleen de kauwtjes en de halsbandparkieten zich nog verstaanbaar maken. ‘Dat zijn ook vogels’, zei mijn wandelgenoot verontwaardigd toen ik hem over de vogels vertelde. Hè? Ik vertel hem over de vogels in de stad - en hij vertelt mij dat kauwtjes en halsbandparkieten ook vogels zijn? Zal ik hem dan maar uitleggen dat ook in mijn verhaal kauwtjes en halsbandparkieten vogels waren? Of zal ik dat niet doen? Hij is maar al te graag weldenkender dan ik - terwijl dat woord niet eens bestaat! Wat te doen met deze man? Niks, lijkt mij. Waarvoor het allang te laat is. Nou ja, we weten allebei dat we het zo laten. En zolang we daar niks over zeggen, laten we het ook zo.
‘Hoe moet ik leven, als ik mij nergens op kan beroepen?’ *
Ze stond op het pad tussen het grachtje en het struikgewas, de jonge vrouw. Ze was nerveus met haar telefoon bezig, vroeg mij met haar ogen om hulp. Ze wees naar het hoge gras tussen pad en heesters. Wat ik daar zag was een duif, het lijfje naakt onder de omhoogstaande veren, de kop pluizig, overal vliegen. De vogel pikte wat in het gras, wurmde zich dieper het struikgewas in. ‘Zal ik de dierenambulance bellen, zij heeft hulp nodig’, zei de vrouw. ‘Dat hoeft niet, lijkt mij, hij kan hier in alle rust doodgaan’, zei ik. Ze keek geschokt. En ik dacht: Hier staan twee vrouwen. De een wil een ‘zij’, een mede-vrouw, redden - en de ander ziet een ‘hij’, een dier dat aan zijn laatste minuten bezig is… Wat te doen? Ze besloot die avond nog even bij haar langs te lopen.
‘Ja, de mens is zijn eigen doel.’*
Het is wat een wandelgenote zei: ‘Het ergste wat mij kan overkomen bij een man, is verliefd op hem worden.’ Wat ik moest beamen. Verliefd zijn betekent veranderen in een schaal cupcakes die ‘eet mij, eet mij' roepen. Behoeftig zijn, zoals dat zo fijntjes heet - terwijl de man zo prettig viriel mag zijn. Wat te doen? Beide krachten zijn nu eenmaal lastig te doseren in die aftastende beginfase, de ploeterfase. De fase die zo mooi lijkt als je er niet in zit. Trouwens, waarom scoort morele verontwaardiging hier zo veel beter dan genot? Vragen, vragen en het antwoord is nooit àltijd waar… Een vraag van het filosofisch platform Brainwash: ‘Wat is jouw levensvraag voor Spinvis?’ Die vraag kan ik makkelijk beantwoorden: ‘Spinvis, wanneer begint het leven?’
*uit: Albert Camus, De mythe van Sisyphus. Een essay over het absurde.
geplaatst door RodeJas - 203 keer gelezen
Vorige berichten
Het Lijnenspel
(Ik schrijf voor het gemak vanuit mezelf als vrouw, maar hetzelfde geldt voor mannen natuurlijk!)
Kijkend naar de foto van mijn wolk van een kleindochtertje van 3 maanden, bedenk ik me ineens hoe anders het ‘lijnenspel’ tegenwoordig is in vergelijk met vroeger.
Met lijnenspel bedoel ik dan de rollen die je hebt in het leven en de daarbij behorende verwachtingen van jezelf en anderen.
Ik zal uitleggen wat ik bedoel.
Plat door de bocht was het vroeger “verliefd, verloofd, getrouwd”. Je ging van jonge meid naar getrouwde vrouw en moeder. Op den duur werd je oma.
Bij al die dingen werd bepaald gedrag en zelfs kleding en haarstijl verwacht.
Het hele leven verliep in die zin eigenlijk lineair en globaal gezien was dat voor iedereen zo, voor man en vrouw.
Anno nu, echter, kun je je –al ben je oma- in een kort rokje met fishnet panty’s hijsen. Sexy topje erop, leuke laarzen, en fijn het muziekcafé in om te genieten en dansen!
Alleen voel of gedraag je je dan niet als oma, en wordt ook niet zo gezien.
Zelf voel ik me dan een aantrekkelijke jonge vrouw en mijn haar, kleding en make-up passen daar ook bij.
Het verloop van de rollen is niet meer perse lineair. En je kunt nu meerdere rollen tegelijk hebben die je vroeger in de meer lineaire tijd niet had.
Bijvoorbeeld moeder, oma, single, datende vrouw. Afhankelijk van wat er gebeurt, kun je als moeder bij je zoon of dochter zitten huilen omdat een date je een blauwtje heeft laten lopen.
Ook kun je nu zomaar hebben dat je als ouder lekker uit wilt gaan en in dezelfde kroeg terecht komt als je kinderen.
Om dat te voorkomen, ga ik als ik uitga naar een eiland hogerop waar een leuk muziekcafé zit.
Het is ook heel niet gek meer om zelf een vrolijk datende single vrouw of man te zijn, op zoek naar die ene geweldige partner, terwijl je kind/eren met precies hetzelfde bezig zijn.
Als ouder op dezelfde dating site zitten als je kind is ook heel goed mogelijk. Al zul je elkaar niet snel tegenkomen gezien het leeftijdsverschil.
Ergens blijf ik dat zelf soms een beetje ongemakkelijk vinden. In de ogen van mijn dochter ben ik geen jonge vrouw, en als ik me dan wel zo gedraag en kleed, is dat toch een soort clash. Niet zozeer voor mij, want ik doe en draag waar ik me ‘ik’ in voel. Maar ik heb wel eens gemerkt dat het voor mijn dochter anders ligt. En daarmee wordt het voor mij dan toch ongemakkelijk.
Misschien is dit ook meer een dingetje tussen moeders en dochters dan mannen en zonen (?). Ik heb hier en daar wel eens gehoord van moeders die jaloers zijn op hun jongere dochter. Dat heb ik nooit kunnen bevatten.
Andersom ken ik zo bijvoorbeeld een man van 67 die actief is in een rockband als basgitarist. Vorig weekend hebben ze nog een optreden gehad op het grootste muziekfestival van het eiland. Zijn drie zonen zitten ook in bands. Ik heb van hen nooit ervaren dat ze wat wrevelig zijn naar pa toe dat die nog volop rockt. Eigenlijk eerder dat ze trots zijn op hun vader.
Dat soort dingen gingen zo door mijn hoofd toen ik naar de foto van kleine Zara keek. Dat lieve schatje wat ik een paar keer uren tegen me aan heb gehouden, helemaal genietend van dat kleintje, helemaal trots en blij als oma.
Tegelijkertijd ben en blijf ik ook die single vrouw in het korte rokje met fish-net panty’s en leuke laarzen.
Ik geniet ervan dat het lijnenspel niet meer lineair is en kleur mijn eigen plaatje zoals het voor mij goed voelt.
Ik ben dankbaar dat dat heerlijk kris-kras alle kanten op kan bewegen, ongeacht je leeftijd.
Niet meer zozeer volgens het verwachtings- en eisenpatroon van de maatschappij, maar gewoon net naar gelang wat je zelf prettig vindt.
De ene dag een trotse, liefdevolle oma met engelengeduld, misschien ’s avonds een rock chick in de kroeg. Dan bied je weer een luisterend oor aan je kind of geeft hen advies, terwijl je mogelijk daarna een date hebt met een leuke man.
Het kan allemaal.
Wat leven we toch in een heerlijke tijd!
Bingo!
Het was een zonnige zaterdagmiddag toen oma Tilly met een ferme pas de kleurrijke poort van speeltuin De Springende Spruitjes in Nibbixwoud binnenstapte. In haar kielzog huppelde kleindochter Ilse, zes jaar oud, energiek als een blikje cola op een trampoline. "Blijf bij me in de buurt, Ilse," zei Tilly, nog nietsvermoedend van het avontuur dat haar te wachten stond.
Aan de andere kant van het terrein worstelde opa Bart met een rugzak vol snoep, appels, pleisters en vochtige doekjes. Zijn kleinzoon Bram had één doel: alles uitproberen wat beweegt, schommelt of herrie maakt. Bart zuchtte. "Rustig aan, soldaat," mompelde hij, terwijl Bram als een raket op het springkussen afstoof.
Bij de wipwap ontmoetten Tilly en Bart elkaar voor het eerst. Ilse zat met een rood hoofd aan de ene kant, maar de andere kant bleef in de lucht steken. Bart, galant als een ridder op leeftijd, bood aan om "tegengewicht" te spelen. Met gepiep en gekraak kwam de wipwap eindelijk in balans. De kinderen gierden het uit, vooral toen Bart het even verloor van de zwaartekracht en met een zachte plof op zijn billen belandde.
"Nou, dat begon soepel," grinnikte Tilly.
"Ik ben nog soepel, alleen de grond komt steeds dichterbij," zei Bart met een knipoog.
Ze liepen daarna ieder een andere kant op, totdat het bij de glijbaan opnieuw raak was. Ilse was verdwenen. Tilly draaide in paniek rondjes, haar leesbril op de neus en haar tas bungelend als een stormvlag. Bart zag haar onrust en kwam direct helpen. Ze speurden samen onder, op en in de glijbaan.
"Ze was hier nét nog!" riep Tilly.
"Misschien is ze bij het springkussen?" stelde Bart voor.
Bij het springkussen sprongen inderdaad kinderen, maar geen Ilse. Wel lag Bram met zijn hoofd vast in het net aan de zijkant, spartelend als een haring in een visnet. Bart duwde zijn kleinzoon los, kreeg daarbij een knietje in het gezicht, en landde vervolgens bovenop een stel geurige sokken dat kennelijk aan een kind toebehoorde.
"Zeker geen rustige zaterdag, hè?" lachte Tilly, die inmiddels ook Bram aan het helpen was. Ilse bleek uiteindelijk op haar gemakje een ijsje te eten bij de kiosk, alsof verdwijnen een hobby was.
"Ze is me er eentje," zei Tilly, zichtbaar opgelucht. "En u? Ook oppas vandaag?"
"Ja, mijn dochter denkt dat ik nog dertig ben. Maar ik ben inmiddels meer vertrouwd met pillendoosjes dan met botsauto’s."
Bij de schommels deelden ze voor het eerst meer dan alleen hun frustraties. Tilly vertelde dat ze sinds kort weer op een datingsite zat. Bart kuchte: "Je meent het... welke?"
"Zilverliefde.nl."
Bart haalde zijn telefoon tevoorschijn. "Wat is de kans? Mijn profielnaam is KnappeKapitein53."
Tilly proestte het uit. "Dan heb ik dus vorige week met u zitten chatten over haring happen in Scheveningen?!"
"En jij bent DansendTulpje47! Je houdt toch van bingo?"
"Elke zaterdagavond," glimlachte Tilly.
Bij de botsauto’s raakte Ilse wéér zoek. Bart sprong zonder aarzelen in een botsautootje en reed als een bezetene rond, op zoek naar een meisje met vlechten. In plaats daarvan botste hij keihard op een puber, die zijn ijsje de lucht in zag vliegen. Als kers op de taart lande het ijsje op de bril van een nietsvermoedende voorbijganger. Tilly kon alleen nog maar gieren van het lachen.
Na een laatste, collectieve zoektocht vonden ze Ilse uiteindelijk achter een struik, spelend met een verdwaalde kikker. "Hij heet Harold, en is in het echt een prins!" zei ze bloedserieus.
Die avond was er bingo in het buurthuis. Tilly had zich opgefrist, Bart had zelfs zijn haar gekamd. Toen ze elkaar weer zagen, hoefden ze niets te zeggen. Ze gingen naast elkaar zitten, deelden een bingokaart, en lachten harder om elkaars grappen dan om de slechte microfoon van de spelleider.
Toen Bart bij de derde ronde als eerste zijn kaart vol had , stond hij op, pakte Tilly’s hand, en zei: "Misschien heb ik vandaag wel meer dan een prijs gewonnen."
Tilly bloosde. Ilse die net bij de bar een Rivella had gehaald riep: "Oma, krijgt u nou verkering?" Waarop Tilly zachtjes in Barts hand kneep. "Misschien wel Ilse. Misschien wel. Voor nu is het ‘Bingo!’”
Op zoek naar het onverwachte
Na 2 dagen regen was 2e Pinksterdag eindelijk droog en zonnig. Weliswaar stond er veel wind, maar de Pinksterfair in Limmen was niet ver weg en goed te bereiken met mijn fiets. Helaas waren er weinig bijzondere kraampjes. Het geheel had meer weg van een normale markt. Veel rekken met kleding, parfum en drogist spullen uitgestald op de kraam zelf en natuurlijk ook veel etenswaren. In 3 kwartier had ik het rondje gelopen. Het was net na de middag en nog te vroeg om alweer naar huis te gaan Wat nu?
Ik besloot door te fietsen naar Heiloo, misschien was daar op het grote winkelplein iets te doen. Maar nee, alle winkels dicht natuurlijk en het plein was uitgestorven, geen mens te bekennen. Dan maar doorfietsen naar Alkmaar dwars door het bos van Heiloo. Toen ik bijna in Alkmaar was, hoorde ik vanaf het fietspad achter de schermen van de drafbaan muziek en een man riep iets om. Zodra het mogelijk was, verliet ik het fietspad en fietste naar de ingang van de drafbaan. Het parkeerterrein ervoor stond tjokvol en ik zag een grote rij mensen bij de ingang staan. Helaas waren er alleen maar paardenrennen en die lange rij was voor een toegangskaartje. Niet echt mijn ding, dus terug naar het fietspad door het bos. Aan het eind van dit fietspad besloot ik terug te fietsen naar huis via een omweg.
Ik had een stop in gedachten in de tuin bij het bekende bedevaarsoord in Heiloo, Onze Lieve Vrouwe ter Nood. Daar kan ik op een bankje rustig bijkomen van deze zware fietstocht tegen de wind in met mijn toerfiets.Terwijl ik daar zat, hoorde ik opeens vrolijke muziek die totaal niet bij dit bedevaarsoord paste. Wat bleek? In het pand ernaast, het Julianaklooster, waar allang geen kloosterzusters meer wonen, was een Pools feest aan de gang op het grasveld achter het voormalige klooster. Iedereen was daar welkom, dus ik besloot er ook maar een kijkje te gaan nemen.
Dat werd een plezierige verrassing. Er traden 2 Poolse zangers op, goed zichtbaar vanaf het grote grasveld omdat ze op een verhoogde waranda stonden aan de achterzijde van het klooster. Langs de zijkant van het grasveld stonden een stuk of 15 uitvergrote vergezichten van het mooie Poolse landschap, een kasteel, een rivier en vergezichten op oude steden. Ik herinner me de namen Wroclaw en Katowice gezien te hebben. Voor een luttel bedrag was bij een kraam Pools warm eten te koop. Daar stond een gigantische rij mensen geduldig op hun beurt te wachten. Voor de kinderen was er een kraam met suikerspinnen en aan de zijkant van die kraam, uit de drukte vandaan, was een bellenblaasfestijn gaande.
Op het grasveld zaten veel Poolse mensen op zelf meegebrachte kleden naar de zangers te luisteren. Ook leek er een soort reunië gaande van Poolse arbeiders en/ of familieleden. Er heerste een vredige, vrolijke stemming op het hele veld. Er werd ook nog volop gedanst. Ik vroeg aan een Poolse dame waar al die mensen vandaan kwamen. Zij antwoordde mij in het Engels : dit is een jaarlijks Pools Pinksterfestijn in deze kloostertuin, georganiseerd door de Amsterdamse Poolse vereniging. Daar komen overal vandaan, Poolse mensen op af. Het brengt ze even terug naar hun vaderland. Ik snap het, antwoordde ik (ook in het Engels), vandaar die grote schilderijen? Ja, knikte ze en niet te vergeten het lekkere Poolse eten, zei ze lachend.
Pinkstermaandag had ik geheel onverwachts, leuk afgesloten. In deze besloten tuin was het heerlijk luw zitten in de zon en ik voelde me daar ook welkom. De sfeer op dit feest was bijzonder geslaagd. Het straalde saamhorigheid en gezelligheid uit. Haast niemand keek op het mobieltje...