De Perfecte Profieltekst
donderdag 14 augustus 2025
Wat is het toch een mooi iets dat we tegenwoordig deze optie hebben!
Natuurlijk had het hoe het er vroeger aan toe ging ook zijn charme.
Mijn mam vertelde zo dat ze mijn pap leerde kennen op het werk. Hij op de technische dienst, zij op kantoor. En sja, de vonk sloeg over, zonder nog verder contact.
Toen ontdekte hij waar mijn moeder uitging, in haar geboortedorp, en ging hij daar ook heen. Helemaal op de fiets van zijn dorp naar het hare. Daar dansten ze de hele avond samen. En zo is het gekomen.
Anno nu fietsen we niet zo gauw meer ergens heen, of het moet dichtbij zijn.
Ik pak ook makkelijk mijn autootje. En ik ben blij met de optie van internet daten.
Het vergt dan weer wel heel andere vaardigheden.
Internet daten vraagt op de meeste sites om een profieltekst.
Dat is voor mensen vaak al een struikelblok. Wat moet ik over mezelf vertellen?
Zelf vind ik het ook een kwestie van “wat vertel je niet?!”
Ik zie soms mensen een soort CV schrijven. Geschikt als je een baan zoekt of je in een vriendenclub wilt introduceren, maar om een leuke partner te vinden, schiet het niet op.
Het moet niet te lang zijn, want tegenwoordig hebben veel mensen last van “leesmoeheid”. Beetje net als metaalmoeheid, maar dan op gebied van lezen. Omdat we de hele dag al zoveel lezen, veelal op PC of mobieltje.
Men leest niet meer zo goed en een lange lap tekst nodigt niet uit.
Te kort is ook niet handig. Als het even kan vertel je immers wel iets inhoudelijks over jezelf. Een beetje een tipje van de sluier oplichten van wie je bent en wat je zoekt.
Dat alleen al is best een dingetje om goed te krijgen.
Een beetje leuk kunnen schrijven is een andere kunde.
Niet iedereen vindt schrijven leuk. Volgens mij vindt de massa het eigenlijk niet leuk?
Daartoe kijk ik terug op mijn schoolcarrière: als de leraar zei dat we een opstel gingen schrijven, begon iedereen te kreunen en te steunen. Behalve ik, haha.
Maar ja, een profiel tekst is en blijft toch andere koek.
Ik heb er door de jaren heen nogal wat geschreven. Veranderen, bijschaven, kijken of het bevalt.
Wat moet er nou in een goed profiel?
Uiteraard moet het laten zien en voelen wie jij bent, wat voor persoon. Belangrijk dus dat het bij jou past en je niet klakkeloos een leuk profiel van het net plukt.
Ook belangrijk dat het past bij de persoon die jij zoekt.
Bijvoorbeeld, als je een partner en relatie wilt met diepgang en je hebt een heel jolig oppervlakkig ‘leve de leut’ profiel, dan trek je niet de persoon aan die je zoekt.
Andersom als je een wat saaie of serieuze tekst hebt terwijl je een bruisende actieve partner zoekt, sla je ook de plank mis.
Zelf heb ik ook niets met dooddoeners als “ik ben eerlijk, loyaal en …”
Dan heb ik toch een, “Sorry, ik viel in slaap? Zei je wat?” gevoel van binnen.
Het zijn overbodige dingen om te zeggen, want iedereen is eerlijk en loyaal, en degenen die het niet zijn, gaan dat niet zeggen.
Top is als je pakkend kunt schrijven, en het valt of staat dan ergens al met de eerste zin.
En een aantal dingen erin die voor jou belangrijk zijn. Dat kunnen interesses zijn maar ook waarden.
En mogelijk iets leuks waar de ander op in kan gaan, wat uit kan nodigen tot een gesprek.
Oh, en eventuele echte deal-breakers kun je ook vermelden, liefst op een beetje aardige manier natuurlijk.
De tekst hoeft overigens ook niet op de standaard manier. Er zijn dating sites die je die mogelijkheid niet eens meer geven.
Maar ook als je wel een profieltekst nodig hebt, kun je het anders doen. Wat meer verhalend kan heel leuk en verfrissend zijn!
Wel in de stijl die bij je past, anders schiet het niet op.
Ik had zo ooit iets als dit:
“Ik sta elke ochtend op met genoeg energie om de hele straat te verlichten. Oke, ik geef toe, ik hou ook van een kop koffie in de morgen!
Power walken houdt me fit, ik hou van mijn katten, en af en toe een glaasje Sheridan’s.
Socialisen is leuk, maar ik hoef niet elke week naar de kroeg, ook niet bij moeder thuis.”
Dat werk je uiteraard nog verder af, maar het geeft aan hoe je meer verhalend een goede indruk kunt geven van wie jij bent, waar je van houdt en... van hoe je leeft!
Ook qua partner doe je dan hetzelfde.
“Mijn ideale partner is wat langer dan ik. Lang genoeg dat ik mijn hoofd comfortabel op je schouder kan leggen en dat het goed voelt als we zoenen.”
Dat is een mooiere en aantrekkelijkere manier dan zeggen, “je moet langer zijn dan ik.”
Nogmaals, ook dat doe je met dingen en een stijl die bij jou past.
Ooit gaf iemand eens een tip waarom het belangrijk is je profiel positief te houden en/of aan te geven wat je wilt vs. wat je niet wilt.
Wat hij uitlegde is een heel subtiel verschil.
Door aan te geven wat je niet wilt, zet je jezelf potentieel in een positie waarin je je moet verdedigen tegen de keuzes & wil van een ander.
Door aan te geven wat je wel wilt, ze je jezelf in een sterkere positie waarbij jij kiest wat je accepteert.
Nou wilde ik het licht & luchtig over online daten hebben, maar dit wilde er blijkbaar uit, haha.
Het stroomt waarheen het stroomt!
geplaatst door Roosje - 1345 keer gelezen
Vorige berichten
Rondje kamer
Er staat sinds kort een rode stoel in mijn woonkamer. De stoel staat half voor de bank, met zijn rugleuning naar de bolletjes gordijnen en de wereld in mijn straatje. Hij is perfect, mijn rode stoel. Hij is precies wat ik nodig heb, nu het leven draait om een rafelrandje aan mijn linkerheup. En ik zie, zittend in die stoel, de kamer om mij heen met nieuwe ogen.
Recht tegenover me hangt, aan de werkloze schoorsteen, een grote, ronde klok; een stille klok die soms toch blijkt te tikken. De klok hangt boven het rode kastje op wielen waar de tv op staat, en hij is onverbiddelijk: ‘Het is tien voor tien, er is niet genoeg tijd om de laffe smaak van de nieuwe Witcher weg te spoelen met een deeltje Sex and the City.’ ‘Ja maar ik hoef morgen niks.’ ‘Niks ja maar. Zelfs met niks hoeven kom jij nog tijd tekort om alles te doen wat je wilt doen. En je weet best hoe onwijs veel tijd je neemt om vanuit je stoel je bed in te komen.’ De klok wint.
Links van mijn stoel staan twee ronde tafels, half over elkaar geschoven. Op de bovenste tafel staan drie goudpalmen, een platte schaal met gekregen engeltjes, en drie van de vijf Iittala Festivo kandelaars, kandelaars die ik ooit heb gewonnen door het beste argument te schrijven waarom ik ze zou moeten winnen. De onderste tafel is mijn kleur-, teken-, knutsel-, speel-, eet- en schrijftafel. Deze tafels zijn de voorposten van de lege, witte hoek tussen de staande spiegel en de boekenkast. In die spiegel zie ik de witte hoek nog een keer. Die spiegel staat daar best.
Vanuit deze stoel kijk ik bijna recht de boekenkast in - wat voor de boeken niets uitmaakt, maar voor de foto’s wel. De drie zusjes in hun geruite jurkjes en met grote strikken in hun haren, de drie volwassen zussen en hun broer, zittend op een boomstam tijdens die laatste wandeling; ze kijken vanuit hun gouden lijstjes vragend aan: ‘Waarom zit jij in zo’n stoel, ben je moe?’ ‘Ja, ik ben moe.’ ‘Waarvan, van het leven?’ ‘Nee hoor, niet van het leven, van de dag.’ ‘Jij ook altijd!’
Een droom: In een witte hoek van de sportschool ligt een briefje op een roeitrainer; het is volgeschreven met argumenten waarom mijn zus mij nooit weer wil zien. Ik kras twee kolommen tekst door en heb daar onmiddellijk spijt van. Haar wandelvrienden zitten rond een lange tafel; ik vraag hen wat er aan de hand is. Een man antwoordt met een vrolijke anekdote over zichzelf; hij snapt niet dat ik het zo niet snap. Ze bestellen eten. Wanneer het eten wordt geserveerd, zet de bediening een bruin scherm tussen de lange tafel en het tafeltje waaraan ik zit, tegenover twee vrouwen. Wij krijgen geen eten. Ik vraag ook hen wat er aan de hand is, maar ze kijken me verbaasd aan.
Het is feest in de sportschool, knutselfeest, verkleedfeest. Overal staan tafeltjes met blije, knutselende gezinnetjes in fluffy fantasie-outfits. Alleen de roeitrainer met het briefje staat er nog, in de witte hoek. Een mannenstem vraagt of ik die wil opruimen. De knuffelbeesten, de tekeningen, de doos met boeken, ik leg alles in een oude kinderwagen. We (wie?) gaan naar buiten, langs de Turkse receptioniste. Ze is verkleed als Hollandse Huisvrouw: gebreid streepjes vest met knoopjes onder een schort met een vaal motiefje.
De zus die boos op mij zou zijn en ik lopen blij met elkaar te praten. Er is ook een man, een grote man met wie ik zomaar plotseling sta te zoenen.
En rechts van de rode stoel, tegen de muur met het landschap van Kandinsky, staat mijn bank, mijn knalblauwe slaapbank met de kleurige kussens, de bank van waaraf ik mezelf zie zitten in de staande spiegel. Deze bank is het enige bed in dit huis dat, met luttele centimeters tussenruimte, breed genoeg zou kunnen zijn voor twee naast elkaar slapende mensen. We moeten elkaar dus wel heel lief vinden.
Zeeman (2)
Lang, héél lang geleden schreef ik dit blog en ik recycle het met veel plezier naar aanleiding van het laatste blog van een ander lid; vandaar de (2). Komtie.
‘Wat vind jij spannend?’, vraagt ze terwijl ze haar been tussen dat van mij inwurmt.
‘Pardon?’ Er zijn natuurlijk genoeg dingen die ik spannend vind, maar we zitten in een openbaar dranklokaal met een goede akoestiek en ze heeft een vrij luide stem. Bovendien is dit onze eerste ontmoeting en ik heb bij mijn weten nog geen signalen afgegeven die erop zouden kunnen wijzen dat ik na een half uur al toe ben aan gewenste intimiteiten als deze. Dus ik kies een veilige route.
‘Ik heb nog niet zo lang geleden The Killing 3 gezien; ik vind deel drie wel weer erg goed ondanks de matige kritieken.’
‘Nee’, kirt ze, ‘je weet best wat ik bedoel.’
Mijn gezicht is een en al vraagteken, maar ze laat zich niet van de wijs brengen. ‘Houd je van lingerie?’ Ik besluit om maar een beetje mee te bewegen. Niet met haar been dat nog steeds terrein wint, maar als in de LOI-cursus ‘Omgaan met opdringerige mensen’.
‘Nou, houden van, houden van, dat is misschien wat sterk uitgedrukt, maar ik ga niet graag de deur uit zonder onderbroek, dus in dat opzicht ben ik er wel op gesteld.’
Ze doet net of ze me niet hoort en begint uit te weiden over haar omvangrijke lingeriecollectie3. Er komen allerlei namen voorbij waarvan alleen die van Marlies Dekkers blijft hangen. Die naam herken ik, omdat ik haar lange tijd heb verward met die van Inge Dekker, een zwemster, totdat iemand me daarop wees. Sindsdien weet ik dat Inge zwemt en Marlies ondergoed maakt.
‘En jij, wat draag jij?, vraagt ze.
‘Ik koop mijn onderbroeken altijd bij Zeeman.’
‘Bij de Zeeman?’ schreeuwt ze, goed hoorbaar voor de voltallige clientèle. ‘Koop jij je onderbroeken bij dé Zeeman?’ Het misplaatste, ik wil niet zover gaan om te zeggen foutieve gebruik van het lidwoord 'de' vóór bedrijfsnamen die zijn afgeleid van een eigennaam, is me al jaren een doorn in het oog: de Bart Smit, de Blokker, de V&D en ga zo maar door. Dat zij het ook doet, brengt ons beslist niet nader tot elkaar. Hoe kom ik in godsnaam van dat been af?
‘Ja, drie voor vijf euro. Ik koop altijd zwarte, dat is in de meest voorkomende gevallen een goede schutkleur.’ Haar been verhuist met een bruuske beweging terug naar haar eigen helft.
Mijn ex zaliger droeg in de winter vaak wollen onderbroeken en zelfs daardoor liet ik me niet uit veld slaan. Het kwam in die tijd trouwens helemaal niet in me op om het woord spannend ook te betrekken op ondergoed. Twee kinderen, twee banen, twee auto’s, twee huizen, twee vakanties, twee poezen en twee cavia’s stonden gedurende enkele decennia garant voor meer dan voldoende spanning in huize Plan B. Van een bh die meer bandjes heeft dan de Erasmusbrug tuidraden zouden we alleen maar in de war zijn geraakt. En bovendien, wat is spannend? De belofte is vaak zoveel spannender dan de vervulling. Dat geile ondergoed laat zo weinig aan de verbeelding over. Het is zo voorspelbaar. Nu weet ik ook wel dat er tussen ondergoed van Zeeman en geile rompertjes nog een wereld te ontdekken valt in lingerieland, maar ik vind het niet direct een onderwerp om de vergadering mee te openen en zeker niet op zo’n broeierige toon.
‘Ik weet niet of ik op een man val die onderbroeken van de Zeeman draagt hoor’, zegt ze. Dit is een vreemd gesprek, denk ik. Vertel mij welke onderbroek u draagt en ik vertel u wie u bent. Als ik weer thuis ben, kan ik het niet laten om mijzelf aan een kritisch onderbroekenonderzoek te onderwerpen, want je moet altijd openstaan voor andere meningen. Maar als ik voor de spiegel sta, slechts gekleed in dat voor sommige mensen blijkbaar cruciale kledingstuk, zie ik geen reden om mijn aankoopbeleid te wijzigen. De Zeeman kan op mij blijven rekenen.
Inmiddels is die laatste zin niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Ik koop nu bij Wibra. En natuurlijk is ook dit soweiso allemaal verzonnen. Was het maar waar.
De Lingerie Afdeling
Allemaal uitstappen, we zijn op de lingerie afdeling aangeland!
Al vaker besproken dat uiterlijk een ding is, belangrijk, kleding speelt hierbij zeker ook een rol.
De een zal het liefst een man in overhemden hebben, de ander in een lekker casual T-shirt of leuke sweater. En de ene man heeft mogelijk het liefst een vrouw in een jurk, de ander lekker casual in jeans en leuke top of sweater.
Maar wat daar dan weer onder zit, maakt ook weer uit. En kan ook weer wat zeggen over het soort persoon.
Ik vergeet nooit meer dat mijn man toen ik hem leerde kennen van die ouderwetse witte onderbroeken droeg. Met gulp ook nog?! Hij was toen 26!
Zijn moeder kocht zijn ondergoed en sja, dan krijg je dat blijkbaar.
Dat was heel snel afgelopen, want dat ging mij toch echt 10 straten te ver. Het interesseerde hem allemaal niet zo.
Dat is dus een mogelijkheid, dat iemand iets draagt wat niet aantrekkelijk is maar dat het hem/haar niet kan schelen.
En laten we eerlijk wezen, ondergoed ziet op zich ook niemand anders dan jij.
Lang geleden hadden we leuke buurtjes, ook jonge mensen met jonge kindjes. Ik weet nog dat ik het hier wel eens over had met mijn buuv. Dat ze grapte, “Als er ooit brand uitbreekt en we moeten in ons ondergoed de straat op, staan we goed te kijken!”
Hij had een hele goede baan, maar ze hadden ook 3, en later 4, jonge kids.
Het is dus niet alleen wel of niet geïnteresseerd zijn in wat er onder je kleding zit, geld speelt ook een rol.
Ook leeftijd zal een factor zijn. Misschien in combi met vertrouwde gewoontes van vroeger. Volgens mij dragen veel mensen op leeftijd een hemd. Misschien is dat dan ook nodig voor extra warmte, misschien is het vasthouden aan de gewoonte?
Vroeger toen ik jong meisje was, droeg iedereen een hemd. Maar dat was logisch. In die tijd was er nog geen dubbel glas of geen verwarming, en zeker niet boven op slaapkamers. En de winters waren koud.
Ik weet nog dat ik in de winter niet alleen een katoenen hemd aan kreeg, maar daarover ook een wollen borstrok.
Ik had er een bloedhekel aan, want ik kan niet tegen wol, dus dan had ik heel de dag geprik en gejeuk van dat rotding.
Of volwassenen ook zo’n borstrok droegen, weet ik eigenlijk weer niet. Volgens mij niet.
En dan is er comfort.
Dat is er één die voor mij een grote rol speelt. Ik hou er niet van als iets dan misschien wel mooi of sexy is maar de hele godganse dag prikt, schuurt, zweet of hoe dan ook irriteert.
Ik heb een gevoelige huid die niet houdt van synthetisch gedoe, dus ik val dan toch voor huidvriendelijkere stoffen.
Wat mij qua damesondergoed nog het meest heeft verbaasd eigenlijk is de komst van de zg. ‘reetveter’.
Ik vond dat iets voor af en toe onder een rokje. Groot was mijn verbazing toen mijn jonge tienerdochter ineens geen normale slipjes meer wilde maar g-strings?
Dit omdat alle meisjes dat droegen. Sja… dan kun je natuurlijk niet achterblijven. Maar dat die dingen een blijvertje zouden zijn en ‘normaal’ zouden worden, had ik ergens toch niet verwacht.
Maar niet alleen voor vrouwen, ook voor mannen is er verandering en vernieuwing gekomen in ondergoed.
Ik kan me toch niet heugen in ieder geval dat er vroeger boxers waren. Volgens mij was het al heel wat dat de gewone heren onderbroek in een versie zonder gulp op de markt kwam. En in kleurtjes.
En ergens in de tijd van mijn opa waren er ook nog lange onderbroeken. Ik kan me nog heel ver weg herinneren dat mijn opa die droeg in de winter.
Anno nu is de boxer heel normaal.
Ik vind zelf een man in een strakke boxer het meest aantrekkelijk om te zien.
Er zijn ook van die losse katoenen boxers. Veel Amerikaanse mannen dragen die volgens mij nog altijd.
Eerlijk gezegd lijkt het mij zo oncomfortabel zo’n ding te dragen als man! Je hele lunchpakket hangt dan aan één kant in die boxer, die niet mee rekt, in je broekspijp.
Prettig lijkt het mij dan niet.
En uiteraard zijn er ook strings voor mannen.
Ik weet nog dat ik het wel eens met mijn osteopathe aankaartte omdat mannelijke cliënten dan ook uit de kleren moeten.
Ik vroeg haar of ze wel eens mannen kreeg in een string en hoe ze daarmee omging.
Ze zei dat ze hen dan behandelde, maar wel aangaf dat ze de volgende keer iets anders aan moesten trekken.
Dan lingerie. Ook zo’n dingetje. In quizzen kwam ik nog wel eens tegen dat mannen vroegen hoe je dat zou vinden, als hij lingerie voor jou zou kopen.
Tja, liever niet!
Als manlief iets zou kopen wat hij mooi vindt, maar waar ik me absoluut niet prettig in voel, schiet het toch het doel voorbij. Lingerie is alleen aantrekkelijk en sexy als je je als vrouw er mooi in voelt. Dan geeft het je zelfvertrouwen ook een boost.
Ik weet zelf ook het beste wat mij goed staat en wat niet.
Dus als het op lingerie aankomt, koop ik dat wel zelf! Samen kopen zou een optie kunnen zijn.
Ik denk dat er wel een verband is tussen het type ondergoed en de bovenkleding die iemand draagt.
Maar wat als dat niet zo is en je partner perse iets wil dragen wat jij absoluut niet aantrekkelijk vindt?
Zou het dan ook een dealbreaker kunnen zijn?