Veilig voelen, veilig zijn
maandag 25 augustus 2025

Veilig voelen, veilig zijn
Ooit zei eens een vriend tegen mij: ‘Jij hebt best veel schoenen”! Helemaal niet! Zoveel schoenen heb ik echt niet! ‘Nou, ga ze maar eens tellen’. Kijk maar eens op je schoenenrek. Ja, maar de meeste zijn schoenen van al langer geleden, of gekocht voor een speciale gelegenheid. En ja, ik moet bekennen ik heb enkele exemplaren die weliswaar nieuw zijn, maar die ik waarschijnlijk nooit meer zal dragen, omdat ze ongemakkelijk zaten en zitten. Wel pasten ze mooi bij mijn outfit toentertijd. Ik kon er natuurlijk op wachten: ‘Waarom ruim je ze dan niet op’?
En inderdaad, wanneer ik ze dan ging tellen moest ik bekennen, dat her toch wel meer waren dan in mijn gedachten. In ons land heb je nu eenmaal te maken met vier seizoenen. Ik heb schoenen en laarzen voor de winter, sandalen en open schoenen voor de zomer, schoenen voor onder een rok, of jurk, enkele wandelschoenen, sjieke schoenen en nog een paar, voor mij in elk geval, historische naaldschoenen met een hoogte van meer dan zeven centimeter. Gedragen tijdens een bruiloft van vriendin toen ik heel veel jaren jonger was.
Wellicht had ik die naaldschoenen wel als wapen kunnen gebruiken toen ik als twintig jarige in het schemerdonker van de fiets werd getrokken. Maar die droeg ik toen niet, want ik was op weg naar de sporthal om een wedstrijd te gaan volleyballen. Het is goed afgelopen op een paar schaafwonden en heftige woede na. En geen enkele angst. Die angst drong pas tot mij door enkele jaren later. Een kind stak achter mijn fiets hardlopend de straat over. De schrik en angst van het horen van de voetstappen achter mij, doorboorde mijn hele lijf. Na dit voorval trad het gebeuren tijdens mijn werk op kantoor weer in alle hevigheid naar voren. Ik was op dat moment alleen op kantoor. De schoonvader van mijn baas kwam achter mijn stoel staan en met mooie woorden begon hij mij aan te raken en pakte mij bij beide borsten. Ik was zeventien jaar. En het gekke is, wanneer ik er nu over nadenk, dat ik het nooit aan iemand heb verteld. Niet aan mijn baas, niet aan mijn ouders, niet aan mijn toenmalige vriendje. Uit verlegenheid, uit schaamte.
De gebeurtenissen van de afgelopen dagen met het overlijden en verkrachting van het zeventienjarige meisje brengen deze herinneringen weer boven. Regelmatig fietste ook ik in mijn jonge jaren na een training, of wedstrijd alleen laat naar huis. Om niet op een fietspad door het plantsoen te hoeven, fietste ik wel om, door drukkere straten met veel verlichting.
Ik was op de fiets toen mijn man, toen nog mijn vriend, mij laat in de avond met zijn auto begeleidde onderweg naar mijn huis. Klaarblijkelijk vond de Politie, dat een vreemd gedrag en hield hem aan. Het was een toevalligheid denk ik zo, maar wel heel oplettend.
Ik heb ervaren wat een impact dat heeft op het vertrouwen. Het heeft mij geleerd om voorzichtig te zijn. Bij het daten op een locatie vertel ik altijd aan iemand waar ik naar toe ga. Echter de angst blijft altijd onderdrukt aanwezig.
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 381 keer gelezen
Vorige berichten
Uitzicht
Wat zie je zoal, als je pal tegenover een strandopgang woont?
Badgasten, uitsluitend gehuld in badponcho. Hondenuitlaters, de locals. Moeders met en zonder kroost, met en/of zonder kindervervoermiddel. Kinderen in de leeftijd van zes tot pakweg zestien jaar. Soms lopend. Meestal gevaarlijk fatbikend. Jonge stelletjes. Oude stelletjes. Intergenerationele gezelschappen.
Hún uitzicht is een stuk minder interessant. Dat ben ik. Ze kijken altijd een beetje beschaamd, als onze blikken elkaar kruisen, maar ik zit daar nu eenmaal, met direct uitzicht op het duinpad.
Meer nog dan de variëteit waar ik absoluut van geniet, treft me de allesoverheersende overeenkomst. Hun mobiel.
Dat is hun uitzicht. Niet de herfst die zich ontvouwt. Niet de andere mensen die zich op dezelfde opgang bevinden. Hun perspectief op de wereld is het beeldscherm van hun mobiel, vaak ook nog met opzetborstels in. Waar en met wie ze ook zijn.
Plaatsvervangend zou ik bijna vergeten dat mijn uitzicht een ander is, in elk geval kan zijn, als ik daarvoor kies. Het langzaam dunner wordende bladerdek dat de lager staande zon meer ruimte geeft. De bomen die zich langzaam maar onvermijdelijk zeker in hun herfsttooi hullen. De wolkenluchten die zwanger zijn van zwaarder weer en de wind die bijna ongemerkt frisser waait.
Lief boekje
‘Gaat het een beetje met haar?’, appte hij.
‘Met haar die nu graag zou zitten nagloeien van een heerlijke wandeling maar die twee weken lang alleen maar twee keer per dag naar het huis van de kat is gelopen om hem van ontbijt dan wel avondeten te voorzien en daarna weer terug naar haar eigen huis?’ appte ik terug.
‘Ja, met haar.’
Hij had voorgesteld om zaterdag een strandwandeling te gaan maken, dé strandwandeling, ónze strandwandeling. En ik had zijn voorstel afgewezen omdat ik niet langer dan anderhalve kilometer pijnvrij kan lopen. ‘Just another raincheck’, was zijn reactie. Wat ik moest opzoeken. ‘Ja, just another raincheck.’ Plaats en tijd staan immers al zo lang vast.
‘En wie is er in staat een verliefdheid exact weer te geven?’ uit: Het ritsloze nummer, Erica Jong
Je zou toch zeggen dat ik tijd overhoud, zo zonder lange wandelingen, zonder ommetjes Cronesteyn, rondjes Singelpark, en zonder heen-en-weertjes Hortus. Maar nee. Ik heb zelfs geen tijd om boodschappen te doen. Laatst zat er niets anders op dan een vergeten meiraapje te eten, samen met de laatste spekjes en een handje slappe spinazie. Het meiraapje zag er nog goed uit, maar van binnen was het voos. Het zoog alle spekvet in de wok op. Wat een boeiend experiment is als recept van Jamie Oliver, maar niet als geklungel van mijzelf. Een kneep citroensap en een volle lepel kurkuma maakte het trouwens best eetbaar. Ik hou van kurkuma, het schijnt tegen ontstekingen te helpen. Maar dan had ik die slijmbeursontsteking toch niet moeten krijgen? Mijn fysiotherapeut ziet een verband tussen de ontsteking en de artrose in heup en onderrug. Hij gaat ermee aan het werk. Hij is ook bewegingswetenschapper, wat mijn vertrouwen in het werk van zijn handen vergroot.
‘Je moet nu eenmaal een hoop gezeik van mensen nemen als je ook de leuke dingen mee wilt maken.’ uit: Het ritsloze nummer, Erica Jong
En mocht het niet meer goed komen, dan kan ik altijd nog urenlang gaan roeien in de sportschool en mij vermaken met het uitzicht, met de mensen op het plein. Of gaan lezen. Echt veel lezen. In zo’n boekenkastje aan de straat, onderweg naar oppaskat Charly, vond ik ‘Het ritsloze nummer’ van Erica Jong. Een boek waar een minnaar ooit aan refereerde, zodat het in mijn hoofd was blijven hangen als een mooi boek. Er staan inderdaad welgevormde zinnen in, en rake observaties over het gedoe tussen man en vrouw dat we kortweg ‘seks’ noemen. Maar het is zo hard, zo liefdeloos. ‘Zout op mijn huid’, over de Parisienne en haar Bretonse visser, doordrenkt van zeewater en van ander vocht, is daarbij vergeleken een lief boekje.
En met haar komt het vast wel weer goed.
Red je het in je uppie of is hulp welkom?
Ik ontmoet regelmatig mensen die bijzondere kennis of bijzondere vaardigheden hebben. Het zijn specialisten, sommigen lopen te koop met wat ze kunnen en op het voorhoofd van anderen valt niet af te lezen, wat ze allemaal in hun mars hebben. Een aantal van die handige mensen doen niet moeilijk, als ik ze vraag voor mij iets te doen, waar ik zelf geen kaas van gegeten heb.
Zo is onder de bezoekers van de koffiegroep op dinsdag een echtpaar, waarvan de man veel kennis heeft van alles wat technisch is, vooral als het gaat om het oplossen van problemen met computers, internet en telefoons. Op donderdag heeft hij zelfs op een andere locatie spreekuur voor mensen die niet zelf uit hun digitale vraagstukken komen. Ook geeft hij advies aan zijn vraagstellers over de aanschaf van hard- en software, dit alles doet hij geheel gratis.
Ik ontmoet ook mensen met totaal andere kwaliteiten. Zij hebben een luisterend oor als iemand hen hun persoonlijke problemen voorlegt. Deze luisteraars komen niet meteen met een oplossing, veeleer met suggesties. Ik reken mijzelf ook tot die geopende oren. Het is raar, dat ik na zo’n gesprek rijker weg ga dan toen ik begon met de luistersessie. Ik leer dan mijn eigen situatie te relativeren. Door bijvoorbeeld niet langer een relatie te idealiseren, maar ook de voordelen van op mijzelf zijn te waarderen.
Anderzijds: Wie een tijdje single is dreigt op den duur een eenpitter te worden. Het is heel verfrissend, als een buitenstaander mij op een ander spoor zet. Voorwaarde is dan weer wel, dat die ander geen belang heeft bij het advies en / of de hulp die ik krijg. Wanneer ik iemand betaal voor de hulp die ik nodig heb is hoef ik in principe niet bang te zijn, dat er eigen belang in het spel is. Maar als bij pro deo hulp, anders gezegd hulp op vrijwillige basis geen goede afspraken gemaakt zijn kan ik achteraf voor onplezierige verrassingen komen te staan.
Misschien moet ik dit niet allemaal zo zwaar opnemen. Ik ken situaties van buren, die regelmatig zorgen voor hun buurman of buurvrouw, die even in een dipje zit door hem of haar een warme maaltijd te geven. Daar is geen door de gever en ontvanger ondertekende overeenkomst voor nodig. Enige souplesse is wel vereist, als iemand aangeeft, dat een afspraak niet doorgaat omdat haar hulp dan komt moet ik daar in berusten. Die hulptroepen zijn van een ander gehalte dan vroeger. Er is om hen heen meer georganiseerd. Voordat je gebruik kunt maken van hun diensten gaat de hulpvrager door een administratieve, ambtelijke molen. Tenminste als (een deel van) de kosten van die hulp van overheidswege vergoed wordt. Wie goed in de slappe was zit hoeft die vaak moeizame weg niet af te leggen voordat de hulp op de stoep staat. Tegenwoordig zijn veel van deze hulpkrachten expats.
Niet zo lang geleden huurde een heel vriendelijke jonge dame het appartement boven mij. Een vrouw uit Zuid Afrika, een expat, sprak alleen Engels. Zij was fulltime nanny, dus kinderverzorgster voor een gezin in Aerdenhout, een gemeente waar veel mensen wonen die niet elk dubbeltje hoeven om te draaien. Mijn tijdelijke bovenbuurvrouw betaalde voor het appartement € 1250,- incl. nutsvoorzieningen, maar zij had uiteraard nog allerlei andere uitgaven. Die moeten dan uitsluitend uit haar salaris als nanny bekostigd worden.
Er is dus een tweedeling in Nederland waar het gaat om hulp krijgen en hulp geven. Een relatief kleine bovenlaag kan het zich veroorloven om uit eigen zak hulp in huis te krijgen, terwijl anderen zich te pletter lopen tegen de muren van instanties voordat ook zij geholpen worden. Ook dat heb ik onlangs meegemaakt.
Een weduwe van woont haar psychisch zieke dochter in hetzelfde huis, zij wil haar dochter niet prijsgeven aan een opname in een kliniek. Een en ander betekent wel dat zij zich in allerlei bochten moet wringen om begeleiding te krijgen in het weekend en om op doordeweekse dagen een passende dagbesteding voor haar dochter te regelen. Toen haar man nog leefde werden die lasten veel beter verdeeld. Onnodig te zeggen dat deze weduwe weinig of geen ruimte heeft om zich te richten op een nieuwe relatie. Wie heeft ook zo’n situatie meegemaakt?