Potjeslatijn
woensdag 3 december 2025
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
geplaatst door Pelgrim - 16 keer gelezen
Vorige berichten
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.
Stijldansen, stijlvol dansen, de dans van je leven
Een zwierig verhaal.
Bij de profielbeschrijvingen op een datingsite kunnen (niet altijd verplicht) hobby’s ingevuld worden. Wie dat doet en het niet bij een liefhebberij laat, maar verschillende passies invult heeft een grotere kans dat iemand die dezelfde hobby’s heeft reageert dan wanneer dit aspect van een profielbeschrijving niet wordt benut.
Ik houd van dansen en dan bij voorkeur stijldansen. Foxtrot/quickstep, Engelse wals, Rumba en Cha cha vind ik fijn om te doen, hoewel ik een jive, bachata of merengue niet versmaad.
Het gaat bij stijldansen om goede afspraken tussen beide danspartners. Hoewel bij dansles geleerd is, dat bij stijldansen de man altijd leidt en de vrouw soepel moet volgen heb ik bij veel vrije dansevenementen ook ervaren, dat dit tegenwoordig geen wet van Meden en Persen meer is/. Soms zie ik bijvoorbeeld twee dames of twee heren met elkaar stijldansen. Dan zijn goede afspraken over wie de “herenpassen” en wie de “damespassen” gaat doen van belang.
Waar mannen stijldansen leuk vinden zou dat kunnen komen omdat zij de leiding mogen nemen bij de variaties, de draaien. Ik moet bekennen, dat ik bij veel dansjes wel de aangever ben, hoewel tegenwoordig ook mijn danspartners het initiatief nemen. Dan is er een ding belangrijk: een goede communicatie. Dat kan door een enkel woord of een afgesproken gebaar. Het is mogelijk, dat een aantal vrouwen dansen als salsa en rock en rol prettiger vinden dan bijvoorbeeld een foxtrot, omdat bij een salsa minder fysiek contact vereist is; wellicht vinden mannen om diezelfde reden stijldansen aangenamer.
Stijlvol dansen wordt zeker gewaardeerd. Een man vraagt op een hoffelijke wijze de dame. En na de dans, voordat beide partners gaan zitten of wanneer ze een andere partner ten dans vragen, even wederzijds een kleine buiging om je danspartner te bedanken is een mooie afronding.
Er is ook nog iets als de dans van het leven. Ideaal zou het zijn als in die dans, vooropgesteld dat het gaat om een dans van twee personen beiden gelijkelijk de loop van de dans bepalen. Natuurlijk zijn er omstandigheden die er toe bijdragen, hoe stijlvol die dans is. Tijdens het echte dansen is dat bijvoorbeeld de muziek bij de dans, die de dansers tot hogere prestaties kan voeren. Aan de andere kant zijn er muurbloemen, mensen die aan de kant zitten, die ook graag willen dansen. Soms nemen zij het heft in handen, ze tikken het danspaar op de schouders met de woorden: “Mag ik de volgende dans met u?”. In de levensdans zijn er natuurlijk ook mensen, die bij het zoeken naar een relatie buiten de boot vallen. Maar zij zullen niet zo snel bij een stel tussenbeide proberen te komen. Dat is ongepast.
Net als een dans heel harkerig kan verlopen is de levensdans niet altijd een vloeiend gebeuren. Het is uiterst pijnlijk als ik op de teen van de ander stap. Onlangs danste ik met een dame die haar dansschoenen vergeten had, toen wilde ze persé op haar kousen dansen. Gelukkig ging het goed. In het leven is het verstandig je goed te beveiligen met “stevige schoenen”, die toch elegant zijn, maar waardoor je het risico niet loopt dat je pijn hebt als iemand een verkeerde pas maakt.
Ook in het leven helpt het als je jouw dans stijlvol doet. En, je partner bedankt als de dans ten einde is. Het afscheid hetzij bij scheiding, dan wel beëindiging van de vriendschap of na een zware ziekte kan in verschillende vormen plaatshebben. Als er toch op de tenen getrapt wordt, hoe reageren beide partners op elkaar? Sorry, is dat genoeg? Er zijn zoveel mogelijkheden te excuseren of om iemand te kwetsen, en dat is nog wel wat erger dan een stap op een teen.
Ik wens iedereen een mooie levensdans toe, na een middag of avond dansen is er, net als bij het skiën apres ski ook apres dance. Bij een levensdans is het af en toe ook goed even te evalueren… Wat ging goed en wat kan nog beter? Ook dat kan gezellig zijn.