Eye-opener
donderdag 16 januari 2020
Afgelopen weekend had ik een verlate Nieuwjaarsborrel, georganiseerd door een goede kennis in een daartoe afgehuurde openbare gelegenheid. Deze spontane man doet dit ieder jaar en ik verheug me er altijd op, want er komen elk jaar interessante mensen en oude bekenden die ik nog meegemaakt heb bij een activiteitenclub voor alleenstaanden, waar ik 3 jaar lid van ben geweest.
Vorig jaar heb ik een lang gesprek gehad met een vrouw die haar plekje had gevonden in een woongemeenschap. Daar heeft ze veel moeite voor moeten doen en ook een proeftijd van 2 maanden voor overgehad, De hele groep moest haar geschikt vinden en toestemming geven, want de animo voor de vrijgekomen plek was groot en er waren veel gegadigden. Dit jaar raakte ik in gesprek met een pittige blonde dame van mijn eigen leeftijd, die net terug was van een reis van 3 weken naar Cuba. Ze had die reis in haar eentje gemaakt en wat het nog avontuurlijker maakte, niet als lid van een reisgezelschap, maar alleen. Ze had alles wat ze wilde zien zelf uitgezocht en met het openbaar vervoer bezocht. Nou ben ik zelf niet zo'n durfal. Ik zou nooit alleen zo'n grote reis maken en al helemaal niet als je geen groep hebt om op terug te vallen. Is dat niet gevaarlijk, vroeg ik ? Ze lachte, nou je moet wel goed weten waar het wel en niet kan. In sommige Afrikaanse landen is het een stuk onveiliger. Daar ben ik weleens door dronken mannen lastig gevallen. Maar ik ben gelukkig nooit beroofd of verkracht, zei ze monter.
Na enige tijd vertelde ze mij over haar grote liefde, die een paar jaar terug overleden was. Ze had jarenlang een "geheime" relatie met hem gehad, want hij was getrouwd. Meteen begonnen de alarmbellen te rinkelen. Geen oordeel vellen, mening geven of conclusies trekken, gewoon luisteren en evt 1 of 2 vragen ter verduidelijking stellen, dacht ik. Ze had hem ontmoet op haar werk en ze waren hoteldebotel verliefd op elkaar geworden. Hij had een gezin met nog kleine kinderen en een goede baan, dus zij moest plechtig beloven dat hun relatie nooit zou uitkomen en daar heb ik me altijd aan gehouden, zei ze, want zijn wettige vrouw is het nooit te weten gekomen. Hij had veel bewegingsvrijheid doordat hij voor zijn werk veel vergaderingen had en vaak op reis moest. Dus zij was niet alleen zijn minnares, ze heeft ook veel met hem gereisd, mooie plekken gezien en diverse leuke uitstapjes met hem gemaakt.
Zij was niet de (af)wachtende vrouw, want hij wilde vaker bij haar langs komen dan dat zij hem toestond. Ik keek haar aan, hoefde echter niets te vragen. Ze zei "hij hield ook veel van zijn vrouw en had met haar een volwaardig huwelijk. Als hij polyamoureus mocht zijn, mocht zij het toch ook?". Dus af en toe weigerde ze hem om langs te komen omdat zij een vrijer op bezoek had, of omdat ze met een andere man op vakantie ging. "Ik heb niks voor hem gelaten, me nooit eenzaam gevoeld en ben dus ook niet in een gat gevallen na zijn dood, omdat ik altijd genoeg lovers, vrienden en vriendinnen heb gehad" grijnsde ze. Ik keek haar onthutst aan.
Ze barstte in lachen uit, streek plagend over mijn wang en zei "meisje, meisje, je kan een spannender en gevulder leven hebben als je wat minder streng bent voor jezelf, geniet gewoon van wat er allemaal op je pad komt . Zo, en nu ga ik een biertje aan de bar halen" zei ze. Vervolgens liet ze mij in grote verwarring achter en liep weg ...
geplaatst door sixty - 3355 keer gelezen
Vorige berichten
Voorland
Ik lig op mijn rug. Wakker. Het plafond staart me aan. Ik kan de aanblik niet verdragen. Staar naar rechts. Een nachtkastje. Naast de wekker die half drie aanwijst, mijn favoriete tijdstip om wakker te worden, een glas met een kunstgebit op een laagje water. Aftakeling on the rocks. Het is niet mijn gebit. Niet mijn wekker, niet mijn nachtkastje. Wanneer heeft ze dat uitgedaan? Lig ik aan haar kant? Jeuk in mijn kruis. Nu ik toch wakker ben, kan ik maar het best even krabbelen, denk ik. Waar is mijn inlegkruisje XXX? Ik heb het vast uitgedaan, voordat we ons schuchter, maar ook gulzig overgaven aan het liefdesspel. Als het maar niet ergens rondslingert. We hadden best wat wijn op. Ik staar naar links. Ze is mooi. En snurkt. Ik prik mijn wijsvinger in haar zij, zacht maar beslist. Het snurken stopt. Ik draai me om op die van mij en laat onbedoeld een keiharde wind. Die was hard, zegt ze. Sorry, zeg ik. Ik dacht dat je sliep, zeg ik. Was ook zo, zegt ze, maar ik werd wakker van je gedraai. Voortaan eerst draaien en dan een scheet laten, denk ik, én morgen op zoek naar oefeningen om de bejaarde sluitspier te versterken. Het is drie uur. Ik draai me om. Zij ook. Ze kijkt me aan. Ik haar. En we vrijen onbevreesd ons voorland tegemoet.
Kibbelen, sparren, brainstormen
Af en toe kibbelen houdt je relatie gezond, zegt men wel. Vervolgens las ik op internet dat kibbelen ook vaak komt door een wederzijds gebrek aan inschikkelijkheid. Hoezo is kibbelen dan gezond? Een beetje onenigheid over iets onbenulligs toont aan dat je niet zomaar de ander in alles volgt, dat je een eigen mening hebt. Het is meestal een woordenstrijd over kleinigheden.
Mijn ouders hielden ontzettend veel van elkaar. Ze bleven elkaar dan ook trouw tot de dood hen scheidde, maar ze kibbelden ook regelmatig met elkaar. Mijn vader was een dominante man. Hij dacht dat zijn wil wet was, daarom gaf mijn moeder duidelijk haar grenzen aan. Het gaf hun relatie evenwicht. Hij leerde tot hoever hij kon gaan, zij zag veel door de vingers, maar liet zich ook niet ondersneeuwen door hem. Dat is 60 jaar lang prima gegaan. Broers en zussen kibbelen ook wel met elkaar, dat hoort bij het volwassen worden en ook met een eigen identiteit ontwikkelen. Dat kibbelen is vaak maar van korte duur en wordt in de meeste gevallen weer snel bijgelegd.
Iets heel anders is sparren, dat is toch meer informeel. De opzet daarvan is om over een specifiek onderwerp snel van gedachten te wisselen met elkaar. Het doel van brainstormen is een vraagstuk oplossen of om ideeën uit te werken. In de zakelijke wereld wordt brainstormen meestal gebruikt om nieuwe kansen te verkennen. De collega's mogen elkaar kritische vragen stellen om een idee verder uit te werken. In een gespreksgroep is het toch meer een communicatiemiddel om verschillende gedachten van en bij elkaar te toetsen. Het horen van een ander standspunt en daar iets van opsteken, is meestal de bedoeling. Daar hoeft niet per se een oplossing uit te komen.
Maar hoe gaat het dan bij het daten? Daar komt vaak meer onzekerheid om de hoek kijken. Je wilt niet de indruk wekken dat je de ander aan het uithoren bent. Tegelijkertijd wil je er toch wel graag achter komen hoe hij of zij denkt over dingen die je zelf belangrijk vindt, hoe de normen en waarden zijn. Dat kan mogelijk ook een valkuil zijn. Ervaringen uit het verleden kunnen een rol spelen en dat is niet altijd eerlijk. Je hebt namelijk een nieuw onbekend persoon tegenover je. Geduld hebben wat er uit het gesprek komt, is dan niet verkeerd. Het zou je best weleens kunnen verrassen. Door goed te luisteren, eventueel wat aanvullende vragen te stellen, kom je erachter of je (voor)gevoel klopt. Ik geef iemand vervolgens graag het voordeel van de twijfel, daar is niks mis mee...
Donald komt op bezoek
Toen mijn zoon leerde lezen heb ik een abonnement op de Donald Duck genomen. Vele jaren eerder hebben mijn ouders mij met de Pep bedacht. De Pep was een Nederlands stripweekblad dat van 1962 tot 1975 verscheen, speciaal voor hen, die de Donald Duck ontgroeid waren. Ik was stiekem jaloers op mijn vriendje wiens ouders wel op de DD geabonneerd waren. Daarom las ik dat blad altijd bij hem thuis. De verhalen in de Pep vond ik wat belerend. Leren deed ik wel op school.
Gek genoeg heb ik mijn abonnement op DD niet stopgezet toen mijn zoon op eigen benen ging staan en verhuisde naar een appartement niet zo ver van mij vandaan, maar ik heb het blad wekelijks bij hem gebracht. Nu hij zelf kinderen heeft breng ik het weer naar zijn huis, maar dan als leesvoer voor mijn kleinkinderen. Donald en ik komen eens per week, soms na wat langere tijd op visite, en dat bezoek wordt gewaardeerd. Alleen moet de hond, die zij nog niet zo lang hebben, eerst een kwartiertje wennen aan mijn bezoek voordat er ook maar enige vorm van communicatie mogelijk is.
Dit is een onschuldige Donald die met mij op visite gaat. Ik moet er niet aan denken dat ik voor hun deur sta met de Donald, waar de kranten steeds vol van staan. Misschien heeft het geblaf van de hond dan een positief effect. Laat DT maar blijven waar hij is.
Soms moet er een aanleiding zijn om bij iemand in levende lijve aan te wippen. De huidige media als telefoon, beeldbellen vooral, maken het naar mijn mening te gemakkelijk om iemand even “te woord” te staan zonder echt contact, waarbij je elkaar de hand kunt schudden. Uiteraard is digitaal / telefonisch contact een uitkomst bij een grote fysieke afstand of als er omstandigheden zijn, waardoor een van beiden de afstand niet echt kan overbruggen. Denk daarbij aan ziekte, een volgepropte agenda, slechte weersomstandigheden.
Een klassieke aanleiding is de verjaardag. Mijn ouders waren altijd heel blij als ik destijds met mijn partner op visite kwam; nu kwamen wij wel vaker buiten de verjaardagen om. Na hun overlijden en na mijn scheiding was de familie wat uitgedund. Bezoekjes vonden meer en meer plaats bij goede vrienden en bij groepen mensen, dei ik goed ken. Toch is dat anders. Dan nam ik geen DD maar wel een bloemetje of een flesje wijn mee.
Maar ook dan moest er een aanleiding voor zijn. Minder plezierig is een visite als ik op ziekenbezoek ging. Ik heb een tijdje iemand bezocht die ALS had. Raar genoeg ging ik daar altijd weer blij vandaan; een paar maanden geleden is hij overleden. Zijn lichaam kon de strijd tegen die gevreesde ziekte niet meer aan. Maar hij bleef tot het laatste moment blijheid uitstralen.
Het grote geheim van visite is naar mijn stellige overtuiging tweerichtingsverkeer. Er zijn allerlei cartoons over ongewenst bezoek, stereotiep is dan de schoonmoeder met partner, die voor de deur staat terwijl haar schoonzoon zijn handen uit wanhoop omhoog heft.
Dat zo’n visite altijd ongewenst zou zijn is door de cartoonisten en haters van schoonmoeders geopperd. Een Duits liedje verwoordt de andere kant van de medaille: “Wenn du eine schwiegermutter hast”… Dat lied geeft aan, dat we zonder schoonmoeders ook geen dochters zouden zijn, en dus geen partners om een relatie mee aan te gaan.
Er zijn wel visites die spontaan plaatsvinden, visites die een verplicht nummertje zijn, en visites die je uit mededogen doet of om iets te vieren. Een bezoekje heeft in elk geval meer impact dan een contact via de telefoon of de mail. Of zijn er mensen, die daar anders over denken?