Daten en Marktplaats.nl
woensdag 16 oktober 2019
Het is een positieve ontwikkeling van ons koopgedrag, dat we niet altijd automatisch iets aanschaffen wat spiksplinternieuw via de winkel uit de fabriek rolt. Waar vroeger tweedehands spullen vooral op rommelmarkten werden aangeboden zijn er al heel wat jaren ook leuke winkels, waar je voor een prikje ook kwalitatief goede gebruikte dingen kunt kopen.
Kleding, gebruiksvoorwerpen, meubilair. Er is veel keuze, bijkomend plusje is dat je tijdens je zoektocht naar dat, wat je wilt hebben ook andere dingen tegenkomt. Vaak is er in zo’n winkel een gezellige koffiecorner, die eveneens voor een leuk prijsje koffie met gebak op de kaart heeft staan. Onlangs ben ik daar twee keer geweest omdat de inhoud van mijn klerenkast aan vernieuwing toe was; een keer ben ik er prima geslaagd.
Een andere mogelijkheid is natuurlijk het vanuit je luie stoel nalopen van aanbiedingen van gebruikte zaken op het internet. Marktplaats is nog steeds koploper. Evenzeer schaffen mensen natuurlijk op internet nieuwe artikelen aan, die door een legertje van bezorgers bij de kopers thuis afgeleverd worden. Tenminste, zo zou het idealiter moeten werken. Velen, voor wie de pakjes bestemd zijn geven geen gehoor als er aangebeld wordt. Alternatief is aflevering op een afhaaladres bij een winkel in de buurt of bij de buren. In mijn dagblad las ik een artikel over een vrouw, die zich terecht er over beklaagde, dat zij overstelpt werd met pakjes, bestemd voor mensen uit haar straat. Om zoiets te voorkomen zijn er stickers op de deur, die aangeven dat je hier niet van gediend bent. Aan de andere kans is het ook prettig een goede verstandhouding met je buren vast te houden door pakjes voor hen aan te nemen…
Wat is nu de overeenkomst tussen een site als Marktplaats.nl en een datingsite?
Beide sites plaatsen “advertenties” met een aanbod van iets, wat meestal niet geheel nieuw is. Je weet niet welke geschiedenis er schuil gaat achter dat wat er op de site staat; tenminste, je moet geloven of datgene waar is wat je leest. Er hangt altijd als je ingaat op zo’n “advertentie” een prijskaartje aan, direct (bij Marktplaats.nl) of indirect (bij een datingsite). Je kunt het schip in gaan bij een miskoop, je moet maar afwachten of het geleverd wordt; of je kunt letterlijk bij een datingsite “de boot ingaan” (dat kan dan weer positief uitpakken..). Waar je bij Marktplaats.nl altijd moet afvragen, of de kwaliteit van het gebodene goed is zul je bij een datingsite kritisch moeten zijn, vooral voor wat betreft leeftijd en de foto’s…
Toegegeven, er zijn ook datingsites (vooral voor jongeren) waarbij de deelnemers nog een beetje “groen” zijn, de praktijk wijst uit dat de meeste deelnemers van datingsites al relaties achter de rug hebben, die ontstaan zijn door min of meer spontane ontmoetingen.
Zowel bij Marktplaats.nl als bij een datingsite is privacy van groot belang. Wie met een van beide sites in zee gaat moet daar beslist vertrouwen in hebben.
Toch zijn er bijzonder grote verschillen. Bij Marktplaats.nl gaat het voornamelijk om de verkoop van goederen, het leveren van diensten. Een klein deel van deze site is gewijd aan het opdoen van contacten. Een datingsite is primair gericht op mogelijkheden voor ontmoeting, in de meest brede zin van het woord. Veel essentiëler is het, dat de rollen van “adverteerder” en zoeker anders dan bij Marktplaats.nl continu wisselen. Vraag is voor mij: hoe ga ik daar mee om? Blijf ik in mijn rol als actieve zoeker of zit ik ook wel eens met mijn handen over elkaar?
Op Markplaats.nl gaat het altijd om koopjes. Dat willen adverteerders ons laten geloven. Vrijwel niemand op een datingsite zal zich zo profileren, maar ook zal hij of zij de minder goede eigenschappen niet zo snel naar voren halen…
Verder: Er is nog nooit bij mij aangebeld door een postbezorger met een pakje waarin een date zat, al dan niet afgesloten met een mooie strik…
Hoewel ik dat waarschijnlijk niet meer zal meemaken ben ik toch razend nieuwsgierig hoeveel tijd de huidige vorm van internet daten beschoren is. Is deze methode ook voor de verre toekomst dé manier om op latere leeftijd een maatje te vinden? Of krijgen we door de voortschrijdende technologie andere opties om relaties aan te gaan? Ik weet het niet!
geplaatst door Aktivo1 - 4240 keer gelezen
Vorige berichten
Potjeslatijn
Op ieder potje past een dekseltje. Voor de potjes in mijn keuken gaat dat doorgaans wel op. De potjes en deksels zijn redelijk standaard en vaak uitwisselbaar. Ik kan bovendien ervan uitgaan dat wanneer een potje vandaag bij het deksel past, dat het ook morgen nog het geval zal zijn. Die voorspelbaarheid is een hele geruststelling. Ik ben ook vertrouwd met de inhoud van mijn potjes. Ik weet welke ingrediënten ik moet combineren om er een behoorlijke maaltijd mee mee op tafel kan krijgen. Met sommige ingredienten moet ik behoedzaam omgaan, dat heb ik allemaal wel onder de knie. Per slot van rekening heb ik tijd genoeg gehad om dat allemaal te ontdekken. Mijn verzameling potjes is in de loop der jaren behoorlijk uitgedijd, maar desalniettemin overzichtelijk, alles heeft zijn plek gekregen.
In spreekwoordelijke zin is het een ander verhaal. Potje-vindt-dekseltje mag dan opgaan voor twintigers – vooropgesteld dat die redelijk ongeschonden door de puberteit heen zijn gekomen – maar als vijftig- zestig- zeventigplussers zijn we net als die keuken, ieder van ons een hele verzameling potjes gevuld met verhalen en ervaringen. En op sommige potjes zit ook al een stevig deksel – de kunst is dan juist om het deksel er ooit nog eens vanaf te krijgen, zodat de inhoud verwerkt kan worden. Onze eigen potjes zijn ons vertrouwd, we weten wat er in zit en hoe we ermee moeten omgaan. Maar de potjes die een ander meebrengt, daar moet je maar het beste van hopen.
De vele jaren die mensen feitelijk nodig hebben om elkaars provisiekast te leren kennen en daarmee mooie mengsels te creëren is ons vaak niet gegund. Begrijpelijk ook, want je kunt van te voren niet weten of dat überhaupt kans van slagen heeft. Maar als je nog niet van elkaar weet welke potjes een ander meebrengt, van welke potje je kunt proeven en welke je nog maar even dicht moet laten, dan moet je maar net de mazzel hebben dat je het juiste dekseltje losdraait. En daarna weer, totdat je ook eens een potje kunt breken. En omgekeerd is dat natuurlijk ook het geval. Anders maak je er een potje van. Dat is dus bijna onvermijdelijk.
Potjes met gedistilleerde levenservaring, levenslessen ook, is een voorstelling van zaken die bekend is geworden door de tovenaarswereld van Harry Potter - die naam komt ook niet uit de lucht vallen: potjes met dromen, angsten, verlangens. Vaak een geheimzinnige, duistere inhoud die bedoeld is om geheim te blijven, of in elk geval in de private sfeer, maar in een fantasiewereld loopt het uiteraard anders en aan het eind komt alles goed. Joanne Rowling had het idee overigens weer, althans dat vermoed ik, van Roald Dahl’s GVR. De vriendelijke reus die dromen verzamelt in glazen potjes en de fijne dromen naar slapende kinderen blaast met zijn dromentrompet. De potjes met foute dromen zijn rood en die met goede dromen zijn blauw of groen. Was het maar zo eenvoudig.
In de zevende hemel
Vorige week was er iedere avond een kerstfilm op tv. Meestal zijn die films mierzoet, dus ga ik daar niet naar kijken. Maar ach, eentje om alvast een beetje in kerstsfeer te komen kan geen kwaad. Zoals vaak het geval is, was de plot overbekend. Een jonge, knappe prins die incognito een lief, mooi burgermeisje ontmoet.
Zij werkt in een banketbakkerszaak met heerlijke bonbons, chocola en gebak. Hij wordt straal verliefd op haar. Zij weet uiteraard niet dat hij een prins is en hij geniet daar met volle teugen van. Deze plot zou prima kunnen passen in de boekjes van de Bouquetreeks, de hoofdpersonen daar zijn zonder uitzondering ook jong en knap. Meestal zijn het twintigers, hooguit begin dertig jaar. Ze leven in een droomwereld die veel mensen aanspreekt.
Wat me soms opvalt in de datingwereld, dat er nog best vaak gedroomd wordt van de perfecte man of droomvrouw, waardoor je je ineens in de zevende hemel waant. Alleen zijn wij ongeveer veertig jaar ouder dan de hoofdpersonen in die tv-films. Ik denk ook weleens aan die boeken van de bouquetserie als ik in het profiel van een man van 70+ lees : ik wil de sterren van de hemel vrijen met haar. Zij, ook 70 zou graag in zijn sterke armen willen verdwijnen.
Als je zoiets opschrijft voel je je in je hoofd misschien ook wel weer twintig jaar. In werkelijkheid zijn velen ons niet meer zo soepel en lenig. Twee tot drie dagen spierpijn lijkt me na zo'n woeste vrijpartij niet denkbeeldig. Daarom vind ik intimiteit een veel beter woord. Intimiteit kent vele gradaties. Van een arm om je heen, tot knuffelen, elkaar teder aanhalen. Wat daar verder nog van komt zie ik later wel weer...
Door het raam
Tenminste twintig minuten, zo lang moet ik dit volhouden van mezelf. Mijn benen draaien rond en rond, mijn armen bewegen in hetzelfde ritme heen en weer. Crosstrainer, zo heet dit ding. Het staat voor het grote raam, naast de loopbanden, en er zitten knopjes op waarmee ik de draaicirkel kan vergroten en verkleinen. Die draaicirkel moet natuurlijk groter, steeds groter - wat goed is voor de heup, voor de heupen. En goed voor mijn moreel.
Het raam van de sportschool is van donker glas, het soort glas dat de wereld van binnen naar buiten gezien helder maakt, en de wereld van buiten naar binnen juist donker. Binnen, daar wordt serieus getraind: Het aardige echtpaar, de grijze man met het buikje, de hockey meisjes, de behulpzame Engelsman, de man die zijn drinkfles alvast op zijn volgende toestel zet, de donkere jonge vrouw in het wijde, witte trainingspak. Ze straalt stijl en klasse uit, deze vrouw, en ze zegt nooit wat. Totdat ze verschrikkelijk hard niest in de toiletruimte achter de kleedkamer. ‘Did I frighten you’, vraagt ze helemaal betraand om het hoekje van de deur. ‘No, you amazed me. I didn’t know you could sneeze that loud’. Ze lacht, en we wensen elkaar ‘a nice day’ als ik naar huis ga.
En buiten, buiten op het plein, daar lopen de scholieren, de reizigers met hun rolkoffers en hun rugtassen, de vaders en moeders met hun kinderwagens en hun boodschappentassen. De scholieren dragen zwarte puff jacks op grijze joggingbroeken - behalve die ene prachtige jongen. Die jongen draagt een wijd uitstaand capuchonjack tot net boven zijn blote navel. Ze lijken elke dag vijf euro mee te krijgen om van te lunchen, de scholieren. Genoeg voor een plastic zakje met twee croissantjes, een blikje energiedrank en een zak chips. Eetze, kinders! De jongens kijken niet naar het raam van de sportschool, de meisjes wel - en aan het even verschikken van hun haren te zien, kijken ze dan naar hun eigen spiegelbeeld. Soms ziet iemand mij - mijn haar licht nogal op achter het donkere glas - en soms zwaait zo iemand dan maar. Ik zwaai terug, voel mij voor even de koningin van de crosstrainers. Mannen wanen zich nogal eens ongezien, alsof het buiten voor mij even donker is als voor hen binnen. Zo’n man blijft dus kijken, zolang hij voor het raam loopt. Ha, ik kan langer naar hem kijken dan hij naar mij! Hij is een docent, een reiziger, een man op weg naar de supermarkt. En ik ben Lois Dodd*, de kunstdocent wier eigen werk pas groots werd tentoongesteld toen ze 85 was. Ze schildert ramen, en het licht dat op de wereld achter het raam valt. Het valt op een open ruimte - zoals achter mijn raam - op bomen, gebouwen, op een heel bos, op het raam van een schuurtje, op het wapperende wasgoed aan de lijn. Rode lakens! Die zullen niet in de wasmachine naar vlekkerig roze verkleuren door een rode sok.
Over sokken gesproken: Ik trof een orthopeed die pas aan opereren denkt als het me niet meer lukt om mijn sokken aan te trekken. Dat heb ik zo voor elkaar, hoor: Een maand lang minimaal bewegen en kijk nou eens, ik kan mijn sokken niet meer aantrekken! Eh. Dat ga ik dus niet doen. Zelfs als jij belooft elke ochtend langs te komen om mij mijn sokken aan te trekken, ga ik dat niet doen.
*Lois Dodd heeft momenteel een expositie in het Haagse Kunstmuseum: ‘Framing the ephemeral'.