Kerst
zaterdag 19 december 2020
Het verhaal wat ik nu ga vertellen zou een Kerstverhaal kunnen zijn. Ik heb het opgetekend zoals het mij verteld is. Een kindje wat tijdens de Kerstdagen geboren wordt. Een Kerstkindje, zoals een nieuw boreling werd en nog steeds zo wordt genoemd als de baby tijdens de herdenking van de geboorte van het Jezuskind wordt geboren. Maar het verhaal krijgt een andere wending. Het verhaal loopt niet zo gelukkig en bijzonder af als het Bijbelverhaal over Jozef en Maria. Allen kennen we dit verhaal. Het zoeken van de ouders naar een slaapplaats. Uiteindelijk een plek gevonden in een stal te Bethlehem, waar het kindje Jezus is geboren.
Het was Kerstmis 1942, winterweer en het was oorlog. Mijn grootouders, opoe en opa zoals ik ze als kind altijd noemde, werden verblijdt met hun eerste kleinkind, een jongetje Laurens, geboren op 23 december. Een ‘Kerstkindje”. Hun dochter woonde zo’n twintig kilometer bij hen vandaan. Op 2e Kerstdag bezochten de trotse grootouders en mijn moeder de kersverse ouders en bewonderden de nieuwe boreling. Het was koud en het vroor. Lichte sneeuwval had de wegen glad gemaakt. Het maakte de tocht er niet makkelijker op. Maar het was te doen. Ze keerden huiswaarts in de overtuiging, dat alles in orde was met moeder en kind. ’s Nachts om een uur of drie werd er op de deur van de winkel gebonsd. Ze hadden een galanterie winkel. Potten, pannen, bestek, borden en alles wat benodigd is voor in de keuken. Dagelijks trok mijn Opa erop uit om de producten, vervoerd op een kar met daarvoor twee paardjes, in de omgeving aan de man te brengen. Maar dat kon niet meer, omdat de paardjes door de Duitsers ingevorderd waren. Een politieagent uit het dorp maakte hen wakker met de mededeling, dat ze met spoed naar hun dochter moesten vertrekken. Het ging niet goed met haar. Hevig geschrokken en ontdaan door het bericht pakten ze weer de fiets en gingen haastig op pad. Ze kwamen echter te laat. De moeder, hun dochter, was aan een bloeding overleden. De aanwezige huisarts en de baker hadden de bloeding niet kunnen stelpen. Hoewel het nu ook nog weleens voorkomt, dat een moeder in het kraambed overlijdt, komt het tegenwoordig in Nederland gelukkig niet zo vaak meer voor. Maar in de veertiger jaren was de gezondheidszorg geheel anders dan nu het geval is. Pas in de vijftiger jaren kwamen er betere opleidingen voor kraamverzorgsters. Zij verbleven daarvoor vijftien maanden tijdens hun opleiding in een internaat.
Nadat de baker/kraamverzorgster na een aantal weken verzorging van de baby was vertrokken, is het kindje bij mijn grootouders komen wonen. Het zou maar een tijdelijke oplossing zijn, maar uiteindelijk is het negen jaar geworden, dat mijn neefje bij hen verbleef. Zijn vader kreeg een nieuwe relatie waardoor hij na lange tijd weer naar zijn vader terugkeerde. Tien jaar later, hij was inmiddels negentien, zonder contact meer te hebben gehad met zijn Opa en Oma, stond hij opeens voor hun deur. In de nabijgelegen plaats was hij opgeroepen voor zijn Dienstperiode. Het weerzien was emotioneel en ik zal het nooit vergeten. Ik was twaalf en zag mijn grote neef weer terug. Vijf jaar verschilden wij in leeftijd, maar ik had nog flarden van herinneringen dat wij samen speelden.
De gebeurtenisens waren voor mijn grootouders en mijn moeder een ingrijpende belevenis. De pijn en verdriet kon ik nog steeds ervaren wanneer ze het erover hadden. Het overlijden van hun dochter en afscheid nemen van hun kleinkind, die ze negen jaar opgevoed hadden. Uiteindelijk was de hereniging een happy end en heeft het contact zich tot aan hun overlijden voortgezet. Ze hebben zijn huwelijk meegemaakt en de geboorte van een achterkleinkind.
Nu, in deze kerstperiode is het dan weliswaar geen oorlog, maar zal de beleving van de viering van Kerst in familiekring toch anders zijn, dan we gewend waren. We worden enigszins in onze vrijheid beknot. Daar tegenover staat, dat we op straat, in het bos, onze gang kunnen gaan. Er is geen spertijd en angst voor oorlogsvoering in de buurt. Geen gebrek aan voedsel. In onze huizen is het warm en we hebben voldoende communicatiemiddelen ter beschikking om feeling te houden met familie en de buitenwereld. Ik zou zeggen tel de zegeningen van deze tijd en geniet van Kerstmis, het feest van het licht.
Het feest van het licht
Buiten is het donker en somber,
binnen is het warm en licht.
Uitziend naar dat grote wonder
de geboorte van het Jezuskind.
Samen is nu even voorbij.
Kerst vieren op anderhalve meter.
Stoelen aan tafel blijven vrij,
Lege armen, zonder een knuffel om te verwarmen.
Lichtjes in huizen, op straten en pleinen,
kaarsjes verwarmen ons hart en maken ons blij.
De warmte binnen in ons zal nooit verdwijnen,
en brengt herinneringen aan verloren dierbaren dichterbij.
Germanen leefden het ritme van de natuur.
Vierden midwinter en ontstaken het vuur.
De dagen, die na de Kerst weer gaan lengen,
de zon, die het duister steeds verder weg zal brengen.
We laten de donkerte achter ons,
vervolgen de weg van het licht.
Over ongeplaveide paden naar eenmaal dat eindstation,
onze blik op een virusvrije toekomst gericht.
Kerstmis, het feest van het licht.
Ik wens eenieder met dit gedicht
een mooi Kerstfeest toe.
En… aan het einde van de tunnel…
schijnt altijd weer het licht.
Liefs,
Monique
geplaatst door monique3 - 356 keer gelezen
Vorige berichten
Dromen
In mijn droom bedekken warme kussen mijn lippen en gezicht. Gelukzalig word ik wakker en blijf stil liggen om het moment nog vast te houden. Het gevoel is het enige wat rest. Kan geen persoon, of plaats, of wat ik ook probeer te bedenken, terughalen. Ik ben klaarwakker. Een nieuwe dag. Overdenk wat ik vandaag zou moeten, of wil gaan doen. Afspraken heb ik niet, al tijden een bijna lege agenda. Al mijn werk als vrijwilliger ligt stil. Meestentijds vul ik mijn tijd met het lezen van boeken, heb er het afgelopen jaar nog nooit zoveel gelezen. Wandelen en fietsen zijn de andere afleidingen die mogelijk zijn, waar ik overigens van geniet. De vrijheid die ik nu bezit is natuurlijk prachtig. Kunnen doen en laten wat ik zelf wil. Bovendien is er geen partner waar ik rekening mee heb te houden. In mijn werkzame leven zou ik niks anders verlangd hebben. Wat kon ik toen genieten wanneer ik na mijn werkdag naar huis reed en een aantal vrije dagen voor de boeg had. Nu komt die vrije tijd me haast nutteloos over. Oningevulde dagen om te vullen.
Afgelopen twee weken was het prachtig weer. Eerst de sneeuw- en ijspret. Het was koud, maar een heerlijk zonnetje begeleidde mij op mijn wandelingen. En dan… de natuur die ons verrast met een temperatuurverschil van 25 graden. Een voorbode van de naderende Lente. Juist dat mooie weer nodigt uit spontaan iets te gaan ondernemen. Tenminste dat is bij mij dikwijls het geval. Zomaar het idee in mij laten opkomen om in de auto te stappen, een hotelletje ergens pakken… maar dan…, dan komt het… wat dan? Alles is gesloten. Zeker zijn er mogelijkheden. Wandelen langs de kade van een grote rivier, wandelen eventueel op de Veluwe, slenteren op een markt in een grote stad. Helaas zonder ergens te kunnen neerstrijken voor een kop koffie, of een drankje. En… bovenal ontbreekt de mogelijkheid ook maar ergens naar het toilet te kunnen gaan.
Het is niet enkel de beperkte vrijheid welke ik nu ervaar, maar vooral de inperking van het spontane doen. Geen klaagzang, want een echte ramp is het natuurlijk niet. Een jaar geleden toen de pandemie begon was ieder nog in de ban van de angst voor besmetting. Er is toch wel een gewenningsproces opgetreden. We zijn er aangewend geraakt, maar snakken allemaal terug naar die vrijheid. Ik kan echter heel goed de jongeren snappen. Zeker met mooi weer elkaar opzoeken buiten in een park, of wat, of waar dan ook. Het hoort ook bij de jeugd, de risico’s eerder opzoeken. Nu, op leeftijd inmiddels, ben ik wat gezapiger, maar als ik dan naar mij zelf kijk en bedenk wat ik vroeger deed, was ik waarschijnlijk ook wel degene die de uitdaging aanging om iets meer te durven. Met mijn vriendin op pad, durf jij…? Zullen we…? Heerlijk die vrijheid. Ik hou nog enorm van spontaan iets ondernemen, dat is eigenlijk onveranderd. Alleen… ik denk nu eerder iets meer na.
Wanneer ik een date zou hebben en ik voel mij er goed bij, alles samen valt op zijn plek, dan zou ik een heerlijke kus ook niet schuwen. Ik denk dat ik dan toch zou bezwijken, ondanks alle waarschuwingen. Wellicht komt het door het aangename wakker worden vanochtend, dat ik er nu zo over denk. Het gevoel mij nog niet helemaal heeft verlaten. Misschien dat ik op het moment van de praktijk er toch anders over zal denken. Misschien… ooit de ervaring hier te kunnen vertellen. Zou ik durven…? Durf jij…?
Liefs,
Monique
Vrouwenvertrouwen en dikke gordijnen
“De echte charme van het verleden is dat het verleden is. Maar… vrouwen weten nooit wanneer de gordijnen gevallen zijn. Zij willen altijd nog een zesde (extra) acte. Zo gauw de interesse in het toneelstuk over is stellen zij juist voor om toch verder te gaan. Als ze het op hun manier mogen doen, dan heeft elke komedie een tragisch einde en elke tragedie eindigt dan in een klucht. Vrouwen zijn charmant gekunsteld, maar hebben geen gevoel voor kunst”. Oscar Wilde.
Waarom vrouwen niet weten dat de gordijnen gevallen zijn.
Veel heeft dat met vertrouwen te maken, onmacht, angsten, veiligheid, onzekerheid en toch ook (veronderstelde) afhankelijkheid. Dat zijn allemaal zaken die in elkaar overlopen of elkaar aansturen. Vele vrouwen hebben er last van ook of zelfs op hun oude dag, al of niet in datingland (en vieren daar datingjubilea!!) Trauma’s van beschadigd vertrouwen en tot treurens toe ‘die mannen’ dit en mannen dat. ‘Vertrouwen’ is het belangrijkste fundament onder de ziel van de vrouw en vertrouwen is vaak net zo onzichtbaar als ongrijpbaar. Het is niet zomaar aan te leren, ergens te krijg, noch kunnen mannen zomaar eventjes vertrouwensbreuken helen bij de vrouw.
Velen verlangen naar vertrouwen, maar vertrouwen laat zich niet verlangen of aanroepen. Het is geen roeping maar net als zelfbewustzijn een levenswerk om de ziel vaste mooie vorm te geven. Je moet er heel wat voor doen zelfs, godensprongen maken, in het diepe duiken en stappen zetten ook al kun je niet zien waar je loopt.
“Vertrouwen, is het niet dit, wat je wil;
onopgemerkt in ons te ontstaan?
Zou het ook niet jouw grote wens zijn,
dat we je ooit niet meer hoeven te zien?
– Vertrouwen je bent onzichtbaar!
Maar wat, als je nou niet komt,
wat moeten we dan doen
om jou te mogen bezitten?
Vertrouwen, jij hebt lief,
en ik verlang naar jou”.
“Women never know when the curtains have fallen”, zei Oscar. Dikke gordijnen met zwarte zonwering om de intieme vrouwenziel. When will they ever know!
Uit: The Picture of Dorian Gray van Oscar Wilde
en een vrije bewerking op Vertrouwen van Rainer Maria Rilke
Contact
Contact hebben en krijgen kan op veel verschillende manieren. Een blik in de trein op weg naar je bestemming is contact, afrekenen bij de kassa en de medewerker een fijne dag wensen is ook contact. Dit zijn oppervlakkige maar noodzakelijke contacten al is het maar omdat je wordt gezien.Binnen de dating is contact in mijn ogen erg abstract. Het eerste contact gaat via de profielfoto(‘s). Omdat ik graag een mannelijke partner wil vinden, kijk ik ook alleen naar hun foto’s. Sommigen laten geen foto zien. Voor mij is dan contact al niet mogelijk. Het voelt een beetje als bedelen om een gezicht te zien, terwijl je juist op een datingsite bent aangesloten om je te profileren als toekomstig partnermateriaal. Geen foto = geen interesse.
Er zijn ook foto’s die meer laten zien dan alleen een gezicht. Soms is een hobby duidelijk (wat ontzettend veel mannen met een motor! Ik denk dan altijd aan een midlife-crisis. Hoezo vooroordeel?). Huisdieren zijn ook geliefd om in het profiel op te nemen. Honden, katten en af en toe een vogeltje. Gezelligheid komt ook voorbij. Een drankje, een hapje, een vakantiekiek. Het zegt veel hoor, zo’n foto.
De bijbehorende teksten vind ik zelf het leukst en belangrijkst. Want in het eerste contact, de zo gevreesde openingszin, haal ik hier uit wat mij aanspreekt. Dat betekent meteen dat ik geen standaard openingszin heb. Elk mens is uniek en elk eerste contact is dat dus ook.
Diverse keren heb ik nu contact gezocht met een ‘kandidaat’. Afschuwelijk woord trouwens, klinkt niet zoals ik vind dat het is. Maar goed, bij gebrek aan beter, de kandidaat dus. Soms komt er een leuke reactie op terug en gaat het contact verder en wat dieper. Soms komt er een antwoord met een lettergreep. Daar kan ik dan verder niets mee alhoewel, het zegt mij dat verder contact niet gewenst is.
Tot nu toe gingen al mijn contacten via mail binnen de site 50+. Veilig voor hem en mij. Omdat ik schrijven leuk vind, kost het niet veel moeite om digitaal te babbelen. De diepte schuw ik zeker niet maar dan is direct contact wel makkelijker. Omdat ik werk, heb ik niet de gelegenheid om hele dagen in te loggen en te kijken naar reacties. Dat betekent dat er soms wat meer tijd overheen gaat voordat ik weer contact opneem. Dat kan voor de ander als desinteresse worden opgevat, maar is gewoon het ontbreken van tijd, rust en mogelijkheid.
Ik ben me ervan bewust dat er ooit fysiek contact gaat komen. Zal het gezien de huidige omstandigheden eerst via beeldbellen gaan, ergens elkaar ontmoeten ligt wel in de lijn van verwachting. Want daar doe ik het ook voor, om contact te maken en te krijgen met een eventuele partner in vriendschap of misschien wel meer. Maar voor nu vind ik dat contact nog eng. Het betekent dat ik me kwetsbaar(der) moet opstellen want lijfelijk elkaar zien betekent geen bescherming. Alles wat ik nu vooraf kan afwegen om te zeggen, kan verwijderen of herschrijven, kan in het echt niet. Nu ben ik niet zo’n denker voordat ik wat zeg, maar bij schriftelijk contact pas ik dat wel toe. Omdat het geschreven woord anders overkomt dan het gesproken.
Contact, ik kijk er naar uit en vrees het. Contact, we hebben het al zo’n beetje een jaar zonder moeten doen. Kan ik het nog, écht contact hebben? Voorlopig oefen ik nog in blokletters.