De keerzijde van een medaille
woensdag 15 december 2021

Afgelopen zondag hebben 4.5 miljoen Nederlanders thuis voor de buis Max Verstappen het wereldkampioenschap in de Formule1 van 2021 zien winnen. Bovendien zaten er 5000 fans in oranje kledij op de tribune. De feestvreugde was enorm. Nooit eerder was een Nederlander in de Formule 1 ook maar in de buurt gekomen van dit grote succes. Zijn vader, Jos Verstappen zag ontroerd hoe zijn zoon in de laatste race van dit seizoen 7-voudig wereldkampioen Lewis Hamilton versloeg.
Na alle feestbeelden, zag ik maandagavond een interview met Max, waarin hij terugkeek op dit succes. Hij was op 4-jarige leeftijd al met karten begonnen en op 17-jarige leeftijd reed hij zijn 1e wedstrijd in de formule1, terwijl hij nog niet eens een rijbewijs had. Zijn vader, was eveneens een formule 1-coureur geweest en heeft hem van jongs af aan begeleid en opgeleid. Zijn doel, dat zijn zoon Max ooit een keer wereldkampioen zou worden, is nu bereikt.
Een serieuze en emotionele Max vertelde in dit interview ook dat zijn zusje en zijn moeder door zijn vader behoorlijk verwaarloosd waren, omdat zijn vader er alleen maar voor hem was. Zijn ouders zijn daardoor zelfs gescheiden. Max sprak de hoop uit dat zijn vader nu eindelijk de tijd zou nemen om dit recht te zetten. Ik vond het klasse van Max dat hij niet alleen over zijn wereldtitel sprak, maar ook de keerzijde van dit succes zag. Oef, dit gesprek kwam best bij me binnen, want ik herinnerde me meteen 2 voorvallen uit mijn eigen verleden die wel wat verwantschap had met zo'n ouders/zoon relatie.
Twintig jaar geleden kwam ik bij een dansavond voor alleenstaanden een lieve timmerman tegen, die ik beter wilde leren kennen. Hij was een boerenzoon die in "the middle of nowhere" was opgegroeid in een buurtschap met 5 of 6 boerderijen. Zijn vader, die een boerderij met veel koeien had, heeft nooit veel aandacht voor hem gehad. Zijn oudste broer, die voorbestemd was om de boerderij voort te zetten, betekende alles in dat gezin. De dagelijkse gesprekken gingen dan ook meestal over de koeien en de boerderij. Dat zijn jongste zoon een prima vakman was, die bijna alles kon maken wat zijn ogen zagen, betekende weinig voor hem. Grote broer, die mede kostwinner was voor het hele gezin, stelde zich daarom naar zijn jongere broer ook op als een soort 2e vader, zelfs toen hij allang volwassen was. De scheve verhouding die hij daardoor kreeg met zijn vader en zijn broer is nooit meer goed gekomen.
Het 2e voorval vond langer geleden plaats in eigen familiekring. Mijn moeder was een de jongste kinderen uit een katholiek gezin met 11 kinderen. In die tijd, rond 1930, was het heel normaal dat 1 kind uit zo'n groot gezin priester of non zou worden. Nou, het werden zelfs 3 kinderen in het gezin van mijn moeder, 3 missionarissen wel te verstaan. Mijn ouders kregen zelf 6 kinderen en wij zaten allemaal op streng katholieke scholen. Mijn oudste broer kreeg in de hoogste klas van de lagere school van de pastoor een wervend praatje te horen om toch vooral naar het seminarie te gaan in Driehuis. Eerst via het internaat daar naar het gymnasium en dan aansluitend de priesteropleiding.
Zeer onder de indruk vertelde hij er thuis over. Afijn, mijn ouders gaven hem gelijk op, zodat hij op 12-jarige leeftijd uit ons gezin verdween en alleen nog in de vakanties thuis kwam. In de examenklas van het gymnasium (hij was net 18) kwam hij een leuke vrouw tegen en weg was zijn motivatie om daar ook nog de priesteropleiding te gaan volgen. Hij kwam weer thuis. Ondertussen was hij wel vervreemd van ons gezin en daar heeft hij veel last van gehad. Mede daardoor is hij een enorm familiemens geworden. Zijn gezin is het belangrijkste in zijn leven, zijn kinderen en kleinkinderen staan voorop en hebben zijn hoogste prioriteit, wat er ook gebeurt.
Ik snap nu veel beter hoeveel impact een verwachtingspatroon van je ouders, je eigen partner, maar ook het milieu waarin je bent opgegroeid, op iemand kan hebben en op het verdere verloop van zijn of haar leven...
geplaatst door sixty - 2042 keer gelezen
Vorige berichten
Recepties bij jubilea of afscheid: een noodzakelijk kwaad?
Het bedrijf, waar ik gewerkt heb besteedde destijds veel aandacht aan de jubilea van haar medewerkers en medewerksters. Tegenwoordig is de bedrijfscultuur sober geworden, en langdurige dienstverbanden komen steeds minder voor. In de laatste jaren van mijn dienstverband kregen ouderen vaak een aanbod om vervroegd met pensioen te gaan, iets wat ze gelet op de financiële consequenties dikwijls maar al te graag accepteerden. Zij kregen 80 % van hun bruto salaris en dat resulteerde in 90 % netto. De grote vrijheid lokte, en evenzo het benutten van die vrije tijd nu men nog een redelijke gezondheid had.
Ik maakte ook dankbaar gebruik van de 55plus regeling, en ik kon op een leuke manier afscheid nemen met een receptie. Bij mijn afscheid kreeg ik onder anderen een fototoestel als cadeau, dat heb ik vaak gebruikt om foto’s te maken van afscheidsbijeenkomsten van andere (ex-) collega’s. Als ik uitgenodigd werd voor zo’n receptie en er naar toe ging vielen mij een paar dingen op. Het programma voor die bijeenkomsten was gevuld met toespraken, drankjes, hapjes, attenties voor de jubilaris of aanstaande pensionado maar vooral door ontmoetingen met oude bekenden: “Verrek, zeg kerel ben jij dat?”.
Evenals bij een afscheid vanwege een overlijden worden bij een jubileumviering of een bijeenkomst omdat iemand het bedrijf wegens pensionering verlaat in de toespraken vrijwel uitsluitend positieve dingen aangereikt. Hooguit stippen de sprekers een kleine faut pas aan, maar altijd met een stukje humor. Niet iedereen verstaat de kunst om zo’n toespraak te schrijven en te houden. Intussen worden hapjes en drankje in min of meer overvloedige mate aangereikt en geconsumeerd. Er zijn mensen die alleen daarom allerlei recepties afstropen..
De jubilaris / pensionado krijgt vervolgens een cadeautje van zijn collega’s, het bedrijf had al voor een passende beloning gezorgd. Eigenlijk begint daarna het belangrijkste deel van de middag: het elkaar ontmoeten. In het verleden waren er behalve de genoemde “feestjes” ook nog nieuwjaarsessies. Die verliepen ook volgens een protocol, zij het dat daarvoor meestal de ochtend ingeruimd was. De directeur hield een toespraak, waarin hij (later werd het een zij) de aanwezigen bedankte voor hun inzet in het afgelopen jaar en vooruitblikte op wat er in het nieuwe jaar gepland werd.
De nieuwjaarsessies werden ook druk bezocht door gepensioneerden. Een chef – pensionado had dan de gewoonte op iedereen die onder zijn bewind actief was geweest af te stevenen met de woorden: “Jou heb ik nog niet gehad!”, gevolgd door de welbekende handdruk. Ontwijken hielp geen zier, de man speurde je feilloos op tussen de honderden aanwezigen. Als je ooit op niet al te goede voet stond met deze baas voelde het dubbel, dat hij nu zo enthousiast voor de dag kwam.
Is het begrijpelijk dat een aantal jubilarissen / aspirant pensionado’s niet kozen voor een officieel afscheid maar alleen op hun afdeling met de directe collega’s een borrel dronken?
Onwillekeurig denk ik dan aan de rouwadvertenties waarin staat, dat het afscheid in besloten kring plaats heeft gevonden.
Is een jubileum / afscheid in de traditionele vorm wel leuk? Of ziet / zien degene(n), om wie het gaat en die het moeten organiseren er tegen op? Hangt het er misschien van af, of je het leuk vindt om een keer in het middelpunt van de belangstelling te staan waar je vroeger niet zo op de voorgrond trad?
Het is heel essentieel, of je bij zo’n bijeenkomst alleen of met een partner bent. Datzelfde geldt nog sterker bij algemene bedrijfsfeestjes. Voor singles zijn bedrijfsfeesten waar partners wel maar goede vrienden niet mee mogen doen geen pretje. Of juist wel? Dit is dé kans om net die collega, waar je in stilte al een oogje op hebt in een informele sfeer te ontmoeten…
Fietsen of wandelen?
Het komt mij zo voor dat we het dating gemeenschap kunnen onderscheiden in fietsers enerzijds en wandelaars anderzijds. Weliswaar zijn er ook leden die zowel wandelen als fietsen op hun to-do-lijstje zetten, ze zijn fluïde zogezegd, maar dat zijn er denk ik niet zoveel. Nu zit ik als Wandelaar ook wel regelmatig op de fiets, maar dat is dan met een doel, de fiets als vervoersmiddel. Een Fietser fietst om het fietsen zelf, om het plezier dat fietsen verschaft. Van het voorbijglijdende landschap, de eeuwig vliedende horizon, van wind om de oren, van bikkelen bij tegenwind. Knap als je zowel Wandelaar als Fietser kan zijn, want het zijn twee verschillende werelden.
De wandelaar is niet gehaast, voor hem (m/v) geen hartritmemonitor, snelheidsmeter en andere prestatiegadgets. De wandelaar is sowieso niet erg van de gadgets. Want dat is de meest kenmerkende eigenschap van wandelen: je hebt er niets meer dan je eigen ‘benenwagen’ nodig, Meer autonomie kun je niet hebben en voor wandelaars is het een gevoel van vrijheid om zonder ballast in een rustig tempo de omgeving te ervaren. Hoewel... menigeen is gevallen voor de verleiding van de Stappenteller, maar dat terzijde. De wandelaar is van alle tijden, h was er al voordat het wiel werd uitgevonden,. Oms bewegingsapparaat is optimaal afgestemd op de uiteenlopende omstandigheden die van nature op aarde voorkomen. Van rul zand tot rotspartijen, kom daar maar eens voor met de fiets.
De fietser beziet de wereld op een iets abstracter nivo. Aan de kleinere details gaat hij al peddelend voorbij. Eens even ergens bij stilstaan is voor de fietser al helemaal niet weggelegd, nee, de fietser kijkt alweer verder, want zijn vervoersmiddel houdt niet van oneffenheden. Het is in hoge mate afhankelijk van een min of meer effen en verhard lint waaroverheen de wielen kunnen rollen en een kei of scheurtje in het wegdek kan fataal zijn. De blik dient altijd vooruit gericht te zijn, maar met die vooruitziende blik legt hij dan wel grotere afstanden af en overziet een groter gebied. Heeft hij daarmee ook ook méér gezien, of een rijkere ervaring opgedaan? Daarover kan je natuurlijk twisten, het is vooral ánders. In mijn optiek is wandelen een meebewegen met de natuur, met gebruikmaking van onze natuurlijke aanleg. Het fietsen is – letterlijk - een uiting van het vooruitgangsdenken, de maakbare wereld, die ons afhankelijk maakt van technologie, maar waardoor ook onze horizon wordt verbreed.
De fiets kun je zien als een van de grote verworvenheden van de industriële revolutie, in de 19e eeuw tot ontwikkeling gekomen, ruwweg in dezelfde tijd dat ook de automobiel ontstond. In een tijdsbestek van zo’n 50 jaar ging het van Draisine (loopfiets) naar Safety Bicycle, het oermodel van onze fiets-met-ketting. Daarvoor moesten wel wegen worden aangelegd; de natuur, die we nu dus infrastructuur noemen, ging grondig op de schop om de vooruitgang mogelijk te maken. De evolutie van loopvermogen heeft wel ietsje langer geduurd. Het verschil is dan ook dat daarvoor de mens zelf, en nog niet de wereld, werd aangepast.
Wij hebben nu de keuze. De fietser kan zich uitleven met een fraai stukje moderne technologie, al dan niet met carbon frame, al dan niet met trapondersteuning. En voor de wandelaar is er gelukkig ook nog genoeg te beleven in dit mooie land en laten we hopen dat dat zo blijft.
De sterren van de hemel
Een hele tijd terug zat ik op een datingsite met heel actief forum.
De gesprekken gingen van gezellig en leuk tot dieper en soms best confronterend.
Op een gegeven moment vroeg ik waarom een man een oudere vrouw zou willen. Ik kon me daar niet zoveel bij voorstellen.
Een man had een 18 jaar oudere vrouw waarmee hij samenwoonde, en hij antwoordde, “Omdat ik geen vrouw wil die nog door de menopauze heen moet!”
Dat schokte me behoorlijk. Wat oppervlakkig! Wat hard en liefdeloos!
Ik kon niet bevatten dat zoiets een reden was voor een man om dan maar voor een oudere vrouw te gaan.
Om eens te checken hoe mannen globaal erover dachten, vroeg ik hoe ze tegenover een vrouw in de menopauze stonden.
Dit keer kwam er meer inzicht uit de antwoorden. Een vrouw die ’s nachts in bed lag te woelen en zweten en die niet kon slapen, daarmee ook zijn slaap verstorend, was niet iets waar men naar uitkeek.
Gossie, ik was toch echt wel met stomheid geslagen. Ik had eerlijk nooit gedacht dat de menopauze zo’n invloed kon hebben op je liefdesleven!
En ik had geen relatie, ik was zoekende naar een leuke man.
Maar zoals altijd ben ik een optimist en geloof ik in het goede. Ik was ervan overtuigd dat als iemand van je hield, hij je echt niet in de steek zou gaan laten omwille van zoiets.
Een aantal jaren later kwam ik zelf in die fase. De voortekenen waren er achteraf gezien al langer, maar het echte beginnen, kwam letterlijk van de ene minuut op de andere.
Zo stond ik heerlijk buiten de heg te snoeien, zo stortte ik ineens bijna in elkaar van de honger? De rest van de dag zat ik als een zoutzak in mijn stoel. De honger ging niet weg als ik at, als ik niet oppaste werd ik kotsmisselijk als ik een normale hoeveelheid at.
Ik wist niet wat me overkwam?!
Ik leek wel weer zwanger, want toen had ik dat ook. Maar hallo, ik was 52, had geen partner, en een onbevlekte ontvangenis leek me niet voor de hand liggend.
Naar de huisarts dus!
Gesprek. Bloedprikken. Uitslag: je zit in de menopauze.
En zo ging ik weer aan de pil. Nu dan om mijn lijf weer te stabiliseren, want ik kon door die hongeraanvallen en heftige bloedsuikerdips niet functioneren. En ik kon amper in slaap komen.
Het werkte, die klachten gingen weg. Top toch?
Maar iets was anders door de pil. Ik hoorde hetzelfde van een jonge vrouw. Dat het was alsof de pil een stukje levensvreugde van je wegnam. Het dempt iets.
Dat voelde ik ook heel sterk.
Mijn inspiratie om boeken te schrijven was in één klap weg, idem met mijn vreugde om cursussen te geven aan vrouwen.
Daten had ik ook net de zin niet meer in. Ik wilde wel, maar de normale drive was te afgevlakt om echt actie te ondernemen.
Logica zegt dan toch dat je ook niet echt aantrekkelijk bent als je je zo voelt? Al kleed je je nog zo leuk aan, je vibe & uitstraling is ‘vlak’. Onsexy. En daten en relatie is niet alleen seks, maar seksualiteit maakt er wél groot deel van uit. Het is enorm bepalend voor de gehele interactie.
Een paar jaar gingen zo voorbij, en ik moest stoppen met de pil want gevaren bladibla. Een alternatief werd niet geboden.
Toch kwamen die heftige klachten van eerst niet meer dezelfde mate terug. Maar ook de zin om te daten en een partner te zoeken bleef weg.
Eerder dit jaar kwam ik héél toevallig op een interview van een gynaecologe die een menopauze kliniek had.
Wat zij vertelde over klachten en risico’s. Mijn kakement hing op half elf!
Dat was de start om me zelf erin te verdiepen. Met mijn nieuw verworven kennis wist ik dat ik alleen op recept kon krijgen wat ik nodig had.
Ik moest dus naar de huisarts.
Huilend van de zenuwen liep ik bij haar binnen. Ik was zo bang dat ze niet mee zou gaan met wat ik wilde: lichaamseigen hormonen.
Maar mijn huisartse was enorm lief, luisterde echt en schreef ook voor waar ik om had gevraagd.
Heel de weg naar huis, 25 minuten lang, heb ik zitten lachen en juichen van vreugde en opluchting!
Nu, 3,5 maand later ben ik zo ongelofelijk blij dat ik dit heb gedaan. Dat ik me uren en dagen heb verdiept in de materie totdat ik meer erover wist dan de gemiddelde arts. Dat ik gedurfd heb naar de dokter te gaan, al was ik nog zo bang voor afwijzing. Dat las ik van zoveel vrouwen. Dat gebeurt anno nu nog steeds.
Terugkijkend zie en voel ik de veranderingen. Nu weet ik ook dat de meeste menopauzale dingen niet duidelijk op te merken zijn. Ze sluipen erin.
En ja, ik snap uit eigen ervaring én van alle –vaak heftige- verhalen die ik heb gelezen, dat het een enorm impact kan hebben op je liefdeleven!
The spring in my step is back! Ik wist niet eens dat die weg was! Alles wat je kwijtraakt, zo heel langzaam, zie je pas als je het een halt toeroept met weer aanvullen van de broodnodige hormonen!
Mijn passie is terug, op alle gebied, van weer schrijven, me goed voelen, tot zin hebben in een fijne liefdespartner en de sterren van de hemel vrijen!
Meer energie, meer vreugde, meer… meer…
Ik was niet finaal futloos, verre van. Maar nu is er dat extra, wat ik eerst ook had en wat toen normaal was.
Ook hier geldt: You don’t know what you’ve got till it’s gone!
Ik heb het weer, en waardeer het enorm.
The spring in my step!