En ze leefden nog lang en heel ongelukkig
maandag 31 juli 2023

De titel van deze blog staat centraal in “De prinses en de Paradijstuin” een boek van Dolf Verroen met tegendraadse sprookjes. Zonder “heel” is het ook de titel van een boek van Skottie Young. Hoewel ik deze boeken niet gelezen heb speelde deze zin door mijn hoofd; ik word getriggerd door wat ik om mij heen hoor van langdurige relaties. En dan heb ik het niet over drie of vijf jaar; onlangs hoorde ik van een stel dat 63 jaar bij elkaar is. In een weekbulletin, dat ik mag samenstellen vermeld ik zowel verjaardagen als langdurige echtverbintenissen. Ik ga absoluut daar en natuurlijk ook hier niet generaliseren over de kwaliteit van zo’n relatie, maar het zet mij wel aan het denken.
Als single probeerde ik mij een beeld te vormen van de levensloop van deze zo lang aan elkaar gesmede echtelieden. Ik kom dit vaker tegen in mijn omgeving, het zijn vrijwel zonder uitzondering mensen die ruim na het eind van de Tweede Wereldoorlog de stap naar het stadhuis hebben gewaagd.
Het is opvallend dat er veel middenstanders tussen zitten, echtelieden die samen een winkel gerund hebben. Soms was die winkel van een van hun ouders, zij, hun kinderen hebben de nering voortgezet en tot bloei gebracht. Maar nu zijn ook zij “in ruste”, en zij hebben de zaak aan hun kind(eren) overgedaan of aan iemand anders. Als ik in de krant een interview lees met mensen die lang getrouwd waren wordt er gevraagd naar het geheim van hun langdurige relatie. Daar komt niet een klip en klaar antwoord op.
Wat is een garantie voor een langdurige relatie? Is er sowieso een garantie voor een gelukkige relatie? Het percentage echtscheidingen is in de afgelopen decennia dramatisch gestegen. Sommige mensen blijven nog bij elkaar om economische oorzaken, de huisvesting belemmert het hun om te scheiden, wie in een huurwoning woont loopt bij een echtscheiding weer tegen andere problemen aan dan woningeigenaars. Niettemin lopen veel relaties op de klippen, veel mensen nemen de problemen die met een scheiding gepaard gaan op de koop toe.
Is een relatie die aan de buitenkant gelukkig is ook werkelijk het perfecte relatieplaatje? Ik kijk alleen tegen de buitenkant aan. Vaak hoor ik achteraf wat er werkelijk speelde. Hoe zat dat ook al weer in hogere kringen? Denk aan Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik, Koningin Juliana en Prins Bernhard. En nog verder terug in de historie, Koning Willem III en zijn jonge Emma. Wanneer horen we hoe het werkelijk tussen Prins Claus en Beatrix ooit was? Waarom bleven ze bij elkaar? Is ware liefde de oorzaak, blijven zij uit gewoonte in de huwelijksboot?
Bij andere vorstenhuizen gaat men daar ook anders mee om dan in Nederland. Hoewel ook over het Oranjehuis tegenwoordig veel in de roddelpers staat. Het levenseinde van Diana na haar scheiding is het ergste voorbeeld van hoe het mis kan gaan mede door de pers.
In de showbusiness is dat ook heel erg. Persmuskieten proberen alles te weten te komen van filmacteurs, muzikanten en topsporters. Hoge bomen vangen veel wind. Zou de druk van de omgeving ook invloed hebben op hun relaties? Zijn duurzame relaties voorbehouden aan mensen die het niet zo ver hebben geschopt in hun leven en niet in de picture staan?
Beroepsgroepen als de horeca en de luchtvaart zijn vermaard om het aantal stukgelopen relaties. Eigenlijk is dat logisch, als (een van) beiden vaak van jonk zijn is er een grotere kans op dat er iemand anders “tussenbeide” komt…
Van zo’n heel lange relatie hoor ik vaak, dat een van beiden de toon aangeeft en de ander de volger is. Kan de input in een relatie ooit van beide zijden gelijk zijn? Voor beiden lijkt het mij een moeilijke situatie; maar als ze daar gelukkig mee zijn, wie ben ik om mij daar druk over te maken. En met “gelukkig” kom ik terug op de blogtitel: Ze leefden nog lang en heel …. Of er nu gelukkig of ongelukkig staat, misschien is het goed er een vraagteken achter te plaatsen!
geplaatst door Aktivo1 - 1384 keer gelezen
Vorige berichten
Verstrooid, vergeten, dement en dan?
Het geheugen, dat voor iedereen van enorm belang is, laat mij en vermoedelijk iedereen die wat ouder is wel eens in de steek. Het is enerzijds vervelend, dat ik niet zonder hulpmiddelen of noem het foefjes afspraken kan nakom, ik merk het evenwel ook bij jongere mensen. Bij veel gezinnen hangt aan een keukenwand een bord met briefjes waarop met datum en soms tijd staat wie wat moet doen. Op het toilet hangt een verjaardagskalender. Tot nu toe heb ik mij niet laten verleiden om mijn naam te schrijven bij de datum, waarop ik zelf jarig ben.
De hulpmiddelen om mij ergens op te attenderen zijn veel geavanceerder geworden. Er zijn programma’s op een smartphone die een waarschuwingssignaal laten horen. Ik beperk mij tot een tekstprogramma met afspraken en dingen die gedaan moeten worden, een things-to-do lijstje in mijn pc.
Onlangs was ik wederom in Amsterdam bij een dansevent; ik zwierde met een aardige dame die na een paar dansjes opeens verdwenen was. Een kwartier later betrad ze weer de dansruimte, maar al heel snel daarna nam ze weer de benen naar elders. Een half uur later kwam ze opnieuw op de proppen. Ik vroeg haar, waarom ze opeens weg was gegaan. Wat bleek? Zij, zelf 68 jaartjes oud was met haar moeder van 92 gekomen, en die was helemaal overstuur omdat ze haar mobiel kwijt dan wel vergeten was. Dochterlief spoedde zich naar haar eigen woning en de woning van moeder en kwam tot opluchting van moeder met het mobieltje aanzetten.
Diezelfde avond besloot ik een echtpaar in het Gooi eens te bellen. Ik schrok toen ik hem sprak. Ik ken hen allebei al meer dan 50 jaar, over twee jaar willen zij hun gouden bruiloft vieren; ik was er getuige van, toen zij elkaar ontmoet hebben, toen ik met hem naar een dansgelegenheid in Amsterdam ging. Hij vertelde mij, dat ze op doordeweekse dagen uit elkaar zijn, en dat ze alleen in het weekend samen zijn. Zijn vrouw verblijft nu van maandag tot en met vrijdag in een zorginstelling op een gesloten afdeling, wel in dezelfde stad, omdat zij lijdt aan dementie. Op zaterdag en soms al op vrijdagavond haalt hij haar op zodat ze het weekend samen thuis kunnen zijn. Als klap op de vuurpijl verraste een predikant mij de volgende ochtend op een preek over het geheugen van de geest.
Dit alles zette mij aan het nadenken over het belang van een goed geheugen, een heldere geest. Ook ik ben dus voor belangrijke zaken een beetje afhankelijk van mijn agenda. En het lukt mij tot nu toe redelijk om gemaakte afspraken te realiseren. In de twee situaties die ik hierboven beschreef beschikt de persoon, die een verminderde geheugenfunctie heeft over een vangnet in de vorm van een familielid of zelfs een partner. Uit mijn nabije omgeving ken ik nog zo’n stel, waar nu de man dementeert en zijn vrouw hem begeleidt. Die begeleiding valt niet mee. Soms geeft een partner die dement is tegengas als hij / zij geholpen wordt. Er vallen wel eens van weerskanten harde woorden. Dementie raakt de kern van wie iemand is. Hoe moeilijk is het vaak om contact te krijgen met iemand die dementeert!
Als je als single op “latere” leeftijd opnieuw iemand ontmoet en er is een klik, dan weet je nooit van te voren, hoe de relatie zich zal ontwikkelen en al helemaal niet wanneer een van beiden gaat kwakkelen. Ik ken ook een stel, waarvan de vrouwelijke helft vooraf wist dat haar partner lichamelijke klachten had. Hij was altijd heel helder van geest, dat trok haar in hem aan en ze zijn na een paar jaar verkering getrouwd. Maar hoe gaat dat met stellen die elkaar na een eerdere relatie ontmoeten en waarbij een van beiden met geheugenverlies of zelfs met dementie te maken krijgt? Waar er sprake is van echte liefde wordt er wel een oplossing gevonden. Het valt evenwel niet mee… Hoe ga je zelf om met geheugenverlies en wat heeft het voor impact op je omgeving?
Moed, beleid en trouw
"Als de maan vol is,zal je al niet meer bij me zijn" zei je in Alençon. Je keek omhoog naar hoe de sikkel in lichtend blauwe flarden naar de blauwzwarte nacht steeg. Het was een keus, die je vooraf zelf had gemaakt, over twaalf dagen zou je zoon mijn plek innemen en zou ik rond gaan trekken door mijn lievelingsland.
Maar voor het zover zou zijn, gingen we natuurlijk weer op avontuur als vanouds:) "Mijn god, wat een korte invoegstrook, hoe komen we in vredesnaam vanaf dit benzinestation levend op die snelweg terecht??" Terwijl je tankte, observeerde ik de vrachtwagen voor ons, en hoe hij de weg opdraaide. Hoog en droog en onverstoorbaar zette hij zijn combinatie er gewoon dwars in. Een beetje Tesla wijkt natuurlijk wel uit, geen ergere schande denkbaar dan een krasje op de lak. "Laat mij het maar doen" sprak ik kordaat. Ik keek al bij de benzinepaal over mijn linkerschouder om het invoegstuk te verlengen, trapte het pedaal in et voila, het was minder erg dan het leek.
Hoewel wij in veel opzichten gelijk zijn, ben ik natuurlijk altijd de moedigste, en jij de verstandigste. Maar heb jij wel een moedige vrouw nodig? "Mijn vriend Jos, die is opgehaald door een kenau, die hem desnoods aan zijn haren de grot insleurt, en hij was mijn enige vriend die de waarde van vriendschap en trouw begreep" had jij op je verjaardag nog gezegd. Ik keek je peinzend aan. Nooit zou ik iemand tegen zijn zin in aan zijn haren ergens naar binnen sleuren en dwingen pap met vellen op te eten, want mijn devies is toch nog altijd wel gelijkwaardigheid. Moedig zijn, dat beschouw ik als een deugd, en agressie als iemand die zijn angsten de boventoon laat voeren. Dus als ik zo diep moet zinken om als een trofee beschouwd te worden, past dat dan wel bij me?
De bergen kwamen, jeugdherinneringen overvielen me, hoe ik als kind voor het eerst bergen zag, exact deze bergen, hoe deze bergen nog steeds groen en mysterieus, hun toppen in wolkenflarden gehuld de mens spottend en tegelijk berustend bekeken, kijk ze daar nou toch, zich inbeeldend dat ze ons kunnen trotseren, als mierenkolonies slepen ze hun infra aan, maken haarspeldbochten, leggen tolwegen aan, nog geen duizend beleidsplannen zullen deze bergen ooit kunnen overwinnen, wij de bergen zullen hier over duizend jaar gewoon nog zijn, als al jullie tolhuisjes al overwoekerd zijn door brandnetels, bramen en varens! Er leek geen einde aan te komen, de auto zwoegde en sputterde, weer een bocht, overal geboomte, geen hoge bomen maar toch ondoordringbaar, heel soms vingen we een glimp op tussen de stammen door van de diepte onder ons, een kolonne auto's die zich een weg baanden naar de andere kant, af en toe een ongeduldige local die levensgevaarlijke inhaal manoevres uithaalde om twee minuten eerder thuis te kunnen zijn of voor altijd op de begraafplaats te moeten rusten.
Rondborstige engelen bewaakten op de begraafplaats het medallion van een befaamde egyptoloog. Zijn vrienden hadden het vijftig jaar na zijn dood nodig gevonden om geld op te halen en een flink mausoleum over zijn graf te zetten. Waarom, zo vroegen wij ons af, vonden ze dat nodig? Had het deze man tijdens zijn leven aan erkenning ontbroken? Of was het een kwestie van egotripperij, waarmee de lokale rotaryclub wilden aantonen dat ook hun stad iemand had voortgebracht die in een piramide verdiende te liggen? Voorzichtig klommen wij over de grafstenen, de tuinman die over een kwartier het hek ging sluiten hield ons met een oog in de gaten. Beneden was nog een familiegraf van de familie Franco, kaal en sober, geen spoor van pijlen en falangisten. Zou het echt zo zijn dat de Grote Lijder hier in deze winderige grensstad op de hoogvlakte lag opgesloten??
Met piepende remmen daalden we de berg Monsanto af, heter en heter werd het, de geelgepleisterde muren slingerden om de bontanische tuin van Ajuda heen. Opeens ging er een groen gietijzeren hek open, een soort lakei stapte naar buiten en twee toeristen voor ons schoten op hem af om te vragen of ze de tuin in konden. Dat bleek niet onmogelijk te zijn, maar deze ingang was niet voor gewone mensen, en hij wees, heel wijds en ver, daar, daar eerst helemaal naar beneden en dan daar, die kant en dan daar weer omhoog en daar was het, het hek voor de gewone mensen! Wij keken elkaar aan. Zijn wij gewone mensen? Jullie weten het al en wij ook, maar omdat wij er zo gewoon uitzien, wist deze lakei van niks.
Het was een juweel van vergane glorie, koninklijkheid en exotische bomen. Witte pauwen wieuwden naar elkaar en met tuinslangen werd de bougainville besproeid. Onderaan de trappen stond de hooggehakte nouveau riche een bruidspaar toe te juichen terwijl wij als ware paparazzi de gestutte overzeese schatten fotografeerden. In de diepte zagen we het turquoise water waar de koloniale schepen zaden en slaven aan land gebracht hadden. "Kijk, in een tuin zoals deze mag je mijn as verstrooien als ik er niet meer ben" Ik keek je aan om te zien of je dat echt meende. Voorlopig waren we nog gezonder dan menige hangbanktiener, dus dat zou nog weleens een knappe tijd kunnen duren voor het zover was. "Is goed hoor, dat regel ik wel voor je" sprak ik monter. In gedachten had ik al discussies met zijn zoon over de wijn die we zouden serveren. Trouw zijn kost sommige mensen meer moeite dan anderen, maar dat kan je aan ons wel overlaten.
Hebben jullie speciale wensen of gedachten waar jullie je as willen laten uitstrooien of kan de urn zo met het grofvuil mee?
Paradise by the Dashboard Light
In Paradise By The Dashboard Light –een geweldig nummer trouwens!- werd gezongen over 1e, 2e en 3e honk. Doel was natuurlijk een homerun te maken!
Als 12 jarig meisje ging dat finaal langs me heen, maar ik had vriendinnetjes met oudere zussen die meer opvingen over seksuele dingen. Zij vertelden dat het over seksuele handelingen ging.
Ik begreep het nog altijd niet, maar vond het liedje wel heel goed.
Even fast-forward naar nu en het lezen van “Mars & Venus on a Date”. De auteur noemt daarin ook een soortgelijk iets als die 4 honken.
In de eerste fase heb je initiële aantrekkingskracht. De uitdaging is de mogelijkheid te creëren om dat te laten zien en om die ander te leren kennen.
Fase twee kan wat lastiger zijn omdat hier onzekerheid de kop opsteekt. Is hij/zij wel de juiste voor mij?
Het is heel normaal om je af te vragen of iemand die je op zich leuk vindt echt wel diegene is waar je de rest van je leven mee door wil gaan brengen.
Toch zie je hier dat m.n. mannen afhaken omdat ze door die twijfel denken dat dit het niet is. Vrouwen maken vaak de fout om achter de man aan te gaan, wat bijna altijd averechts werkt.
Dit kan een heikele periode zijn waarin iets met echte potentie abrupt ten einde komt. Zoals men zegt, het kind met het badwater weggooien.
Als je dit vaker meemaakt, kan het erg ontmoedigend zijn en leiden tot geen zin meer hebben om nog te daten. Het is daarmee een heel belangrijke fase!
Nou is de reden dat ik dit boek aan het lezen ben om voor persoonlijke groei, maar ook was ik nieuwsgierig of ik er dingen in kon herkennen van vorige relaties.
Soms vind ik het lastig om helder te krijgen waarom iets fout is gelopen. Als je daar meer inzicht in krijgt, kun je dingen bijsturen zodat je niet weer hetzelfde doet.
Als ik dan naar fase 2 kijk, denk ik dat het bij mij een aantal keren daar is blijven steken.
Voelen dat de man gaat twijfelen, wat terugtrekt, niet laat merken “ik ga voor jou, jij bent het voor mij! Met jou wil ik oud worden!”
Juist het tegenovergestelde. Wel blijven waar hij is, maar met een voelbare vibe van “Ik weet het niet zeker. Ik vind het wel leuk, maar ik weet het nog niet.”
Daar werd ik op mijn beurt mega onzeker van en helaas ga ik dan harder lopen. Meer mijn best doen.
Ik vind dat heel moeilijk om te ervaren, omdat ik zelf al wel veel verder ben met mijn gevoelens.
Leerpunt: niet zo snel emotioneel geïnvesteerd raken.
Hoe doe je dat? Goede vraag.
Heldere grenzen, goed bij je standards blijven ook al doet het misschien pijn en geeft het verdriet. Want dat is het, he. Niemand zit te wachten op (weer) verdriet.
Anderzijds had het me een hoop verdriet bespaard als ik wel veel eerder voor mezelf was opgekomen en had gezegd, “Dit wil ik zo niet. Dit voelt niet goed voor mij.” En zonodig de stekker eruit trekken.
Als ik heel eerlijk ben, is er zelfs een grote kans dat ik nu in een fijne relatie had gezeten als ik dat had gedaan.
Zeer waarschijnlijk had het positief gewerkt als ik mijn grenzen had aangegeven en gehandhaafd, en waren we met wat tijd soepeltjes doorgeschoven naar fase 3: exclusiviteit.
Ik denk dat we als stel een beetje tussen fase 2 naar 3 op en neer gingen. Met fase 3 ben je namelijk nog niet helemaal uit de brand.
Het boek loopt niet helemaal synchroon aan het liedje wat 4 fases heeft. In het boek worden er 5 genoemd.
In de 4e is er diepere intimiteit en pas in de 5e kom je op de echt vaste verbinding. Dan kun je meer gaan ontspannen en ook elkaars minder leuke kanten gaan ontdekken zonder dat daarmee de relatie in gevaar komt.
Het stomme is dat ik zelf al heel makkelijk doorschiet naar fase 4 & 5, maar ja, als de ander nog niet zover is, kom je nergens. Het enige wat ik dan bereik, is dat ik mezelf onderuit haal. Want fijn voelt dat niet natuurlijk. Het leidt tot onzekerheid en het kan je zelfvertrouwen een knauw geven.
Om weer vol goede moed je datingschoentjes aan te trekken als het fout is gelopen, kan dan best erg spannend worden. Het schijnt dat veel vrouwen er na een tijdje maar vanaf zien.
Feitelijk moet ik wat bewuster en alerter gaan daten. Ik vind dat als mega gevoelsmens lastig.
Dan denk ik stiekem, "Waarom komt die geweldig leuke vent niet gewoon aanbellen?!"
Dat zou super zijn.
Maar ja, je moet zelf verantwoordelijkheid nemen voor wat niet werkt, en ook voor wat je wil.
Dan is dit er ook nog: Bruce Lipton zei dat bijna niemand echt van zichzelf houdt. Als iemand dan tegen je zegt, “Ik hou van je!” heb je bewust of onbewust, “Hoe kun jij van me houden als ik niet eens van mezelf houd? Je hebt geen quality control!”
Interessante musings en heel niet verkeerd om eens te kijken naar hoe dingen zijn gelopen en wat je eventueel bij kunt schaven.
Inzicht geeft groei en verandering.
En grotere kans op die leuke partner!