Het Gemis
dinsdag 19 september 2023

Wat was dat super spannend, mijn allereerste date na tien jaar relatie en samenwonen. Het was een leuke man en we hebben samen een fijne middag gehad in de stad. Winkeltjes geneusd, geluncht, koffie gedronken en gekletst.
We hadden veel overeenkomsten, dus gespreksstof genoeg!
Toen hij naar huis ging, moest ik hem met de auto naar de trein brengen. Hij woonde in Amsterdam en vanwege de kosten voor een auto daar, had hij er geen.
Tegen de tijd dat hij uitstapte bij het station, was ik ineens helemaal iebel. Ik was er klaar mee, maar hij bleef een beetje hangen. Hij wilde het duidelijk rekken en geen afscheid nemen.
Het gedag zeggen liep dan ook wat houterig, zoals je mag verwachten als de één niet wil gaan en de ander kan niet wachten tot ie gaat, hihi.
Onderweg in de auto terug naar huis moest ik ineens enorm huilen. Een gevoel van verlies en verdriet. De oorzaak denk ik van het iebel worden.
Voor het eerst sinds het uit elkaar gaan met ex realiseerde ik me wat ik niet meer had.
Dat behoeft even wat uitleg. Ik ben zelf een die-hard Anglofiel. Ooit in Australië gewoond, docente Engels, dol op Engelse taal en Engeland. Ik lees bijna alleen maar boeken in het Engels, de brontaal, op het internet is alles wat ik doe grotendeels Engelstalig, mijn ex-echtgenoot had o.a. in Amerika en Australië gewoond.
Kortom, mijn hele volwassen leven staat in het teken van “Engels”.
De ex waar ik bij weg was, was een Brit en ons dagelijkse leven was ook grotendeels in het Engels omdat zijn Nederlands zo slecht was. Onze gesprekken, Britse tv docu’s en series. De humor alleen al, films en series kijken zonder ondertiteling, die ik zelf super storend vind.
Ook mijn kinderen zijn in hun pubertijd met veel Engels opgegroeid en zijn er goed in. Hierdoor is communicatie met hen heel relaxt. Kan er gewoon Engels tussendoor gooien en alsnog begrepen worden.
Voor mij is dat stuk heel belangrijk. Het is al vanaf mijn 20e deel van mijn leven. Het is feitelijk zo verweven met mij dat het “ik” is.
De date waarover ik vertelde was een paar maanden na mijn breuk met de Brit. Mijn keuze en ik had er geen spijt van had.
Echter, die date sprak geen Engels terwijl ik heel slecht in mijn Nederlands zat na 10 jaar bijna 100% Engels spreken.
Voel je hem? Mega miscommunicatie. Maar erger nog, ik voelde me niet begrepen, omdat ik me het makkelijkst uitdrukte in Engels, wat hij finaal niet kon volgen.
Onderweg naar huis, denderde het besef van wat ik kwijt was vol binnen. Het gemak van Engels communiceren, samen Michael McIntyre kijken en krom liggen van het lachen, met gemak van Nederlands naar Engels en terug switchen als het zo uitkomt, middenin een zin zelfs. Honderden van dat soort dingen waar ik zoveel plezier in had en zoveel waarde aan hechtte, in één klap allemaal weg.
Dat had niets van doen met de Britse ex overigens maar met het “niet meer hebben van” na een relatiebreuk.
Buiten dat stukje had ik ook gemerkt hoe je écht helemaal van voren af aan moet beginnen met een nieuw iemand. De vanzelfsprekendheid, het elkaar met een half woord begrijpen, al is de relatie op zich slecht, dat is er niet meer. Je moet dat opnieuw opbouwen. Met die date moest ik ineens alles uitleggen en toelichten.
Ik belde mijn ex op en huilend vertelde ik wat er was gebeurd en hoe ik me voelde. Meteen daarmee kwam het voornemen dat nóóit meer te doen, want ik merkte dat hij het bijzonder leuk vond dat hem daarvoor belde, terwijl het niet om hem ging. Ik wilde alleen mijn verdriet kwijt en steun krijgen, niet hem een egoboost geven.
Natuurlijk hoort dat opnieuw opbouwen leuk te zijn. Samen elkaar en het leven samen ontdekken. Nieuwe herinneringen maken en ervan genieten.
Het mag dan duidelijk zijn dat ik destijds nog geheel niet klaar was om al te gaan daten.
Ondanks dat is het stukje van het niet meer samen delen van het Engelse iets wat af en toe de kop opsteekt met een gevoel van heimwee. Ik mis dat soms. And again, niet die ex, daar heeft het niet mee van doen. Het is meer alsof er een stuk van mezelf is wat ik niet meer kan delen en verdriet dat ik dat mogelijk nooit meer zal kunnen delen.
Ik ben en blijf Anglofiel, mijn leven bestaat nog altijd voor een heel groot deel uit Engels lezen, spreken, schrijven en dat zal altijd zo blijven. Mijn boeken en uitgever zijn Engels, als ik coach is dat in het Engels etc. Het is gewoon “ik”.
Wat ik wel minder heb, is dat ik dat ook in een partner zoek. Dat was lange tijd een deal-breaker, zeker na die ervaring met die ene date die me finaal niet begreep.
Gelukkig is mijn eigen Nederlandse proficiency weer zo goed als normaal zodat het niet meer zo’n obstakel is.
Ik wilde dit gewoon delen, omdat het spontaan opkwam in me.
Mijn verhaal illustreert dan weer wel hoe belangrijk het kan zijn om écht klaar te zijn voor daten en een nieuwe partner. En hoe te heftige deal-breakers kunnen ontstaan als je dat nog niet bent.
geplaatst door Roosje - 1271 keer gelezen
Vorige berichten
Grenzen verleggen
Twee dingen zijn belangrijk om je eigen grenzen te verleggen : je lichaam in goede conditie en een sterke geest. Je zult dus goed getrainde spieren moeten hebben. Ook doorzettingsvermogen, dat heb ik duidelijk gezien bij de grote wielerkoersen die op tv werden uitgezonden. Bijvoorbeeld de tijdrit, waarin iedere seconde telt. Voordat de renner start zit hij al een tijd warm te draaien op zijn fiets. Het is belangrijk dat zijn spieren goed opgewarmd zijn voor hij aan deze snelle rit begint, zodat hij meteen de vaart erin kan zetten. Na de rit neemt hij opnieuw plaats op een fiets om de verzuring uit zijn benen te fietsen en om blessures te voorkomen.
Je kan ook niet bang aangelegd zijn. Ik heb afdalingen in bergetappes gezien, waar ik op de snelheidsmeter van de motor die achter de renner reed, snelheden zag die wij met de auto op de snelweg halen. Bijna 100 km, doodeng. Een verkeerde manoeuvre en je kan zo in het ziekenhuis belanden. Uiteraard zijn wij maar amateurs en bovendien te oud hiervoor, maar ook wij kunnen onze grenzen verleggen. Een goede conditie valt op te bouwen. Maar hoe zit het met de durf? Ik heb al decennia lang last van hoogtevrees en daar komt maar weinig verandering in. Ik weet dat dit in mijn hoofd zit. Als ik een borstwering of hoge rand voor me heb in een toren, durf ik wel over de rand te kijken en kan ik ook van het uitzicht genieten. Achter glas, zonder rand voel ik me niet veilig en blijf ik op gepaste afstand staan.
Ook maakt het uit of ik nog terug kan. Dat was bij het fietsen over de drukke en hoge Brienenoordbrug niet het geval. Ik kon dus niet meer terug. De zon scheen op het water van de Nieuwe Maas aan de linkerkant en rechts zag ik in de diepte het Feyenoordstadion liggen, dat ging nog wel goed. Toen ik de brug ging afdalen en het fietstempo ook nog eens hoger was, begon ik bijna om mijn moeder te roepen, zo bang was ik. Voor geen goud wilde ik aan het eind van die dag weer terug over die brug terugfietsen naar Rotterdam. Mijn maatje moest door mij dan ook vele kilometers omfietsen, zodat we bij Ridderkerk met de pont het water konden oversteken en zo terug naar het hotel.
Bij het daten heb ik pas geleden ook een keer geprobeerd mijn grenzen te verleggen. Eigenlijk heb ik niks met vissen, maar ik had een interesse-bericht gekregen van een leuke man die als hobby vissen heeft. Ik heb hem uitgenodigd om dicht bij mijn huis een keer een paar uurtjes te komen vissen bij onze mooie, grote visvijver. Helaas is dat niet doorgegaan, hij viste liever alleen, in alle rust, bij zijn eigen mooie visstek. Ook had hij bij nader inzien niet veel op met mijn hobby's. Een afspraak is er dus niet van gekomen. Maar ik geef de moed niet op, ik sta open om ook andere hobby's uit te proberen, mits ik het durf natuurlijk...
Recepties bij jubilea of afscheid: een noodzakelijk kwaad?
Het bedrijf, waar ik gewerkt heb besteedde destijds veel aandacht aan de jubilea van haar medewerkers en medewerksters. Tegenwoordig is de bedrijfscultuur sober geworden, en langdurige dienstverbanden komen steeds minder voor. In de laatste jaren van mijn dienstverband kregen ouderen vaak een aanbod om vervroegd met pensioen te gaan, iets wat ze gelet op de financiële consequenties dikwijls maar al te graag accepteerden. Zij kregen 80 % van hun bruto salaris en dat resulteerde in 90 % netto. De grote vrijheid lokte, en evenzo het benutten van die vrije tijd nu men nog een redelijke gezondheid had.
Ik maakte ook dankbaar gebruik van de 55plus regeling, en ik kon op een leuke manier afscheid nemen met een receptie. Bij mijn afscheid kreeg ik onder anderen een fototoestel als cadeau, dat heb ik vaak gebruikt om foto’s te maken van afscheidsbijeenkomsten van andere (ex-) collega’s. Als ik uitgenodigd werd voor zo’n receptie en er naar toe ging vielen mij een paar dingen op. Het programma voor die bijeenkomsten was gevuld met toespraken, drankjes, hapjes, attenties voor de jubilaris of aanstaande pensionado maar vooral door ontmoetingen met oude bekenden: “Verrek, zeg kerel ben jij dat?”.
Evenals bij een afscheid vanwege een overlijden worden bij een jubileumviering of een bijeenkomst omdat iemand het bedrijf wegens pensionering verlaat in de toespraken vrijwel uitsluitend positieve dingen aangereikt. Hooguit stippen de sprekers een kleine faut pas aan, maar altijd met een stukje humor. Niet iedereen verstaat de kunst om zo’n toespraak te schrijven en te houden. Intussen worden hapjes en drankje in min of meer overvloedige mate aangereikt en geconsumeerd. Er zijn mensen die alleen daarom allerlei recepties afstropen..
De jubilaris / pensionado krijgt vervolgens een cadeautje van zijn collega’s, het bedrijf had al voor een passende beloning gezorgd. Eigenlijk begint daarna het belangrijkste deel van de middag: het elkaar ontmoeten. In het verleden waren er behalve de genoemde “feestjes” ook nog nieuwjaarsessies. Die verliepen ook volgens een protocol, zij het dat daarvoor meestal de ochtend ingeruimd was. De directeur hield een toespraak, waarin hij (later werd het een zij) de aanwezigen bedankte voor hun inzet in het afgelopen jaar en vooruitblikte op wat er in het nieuwe jaar gepland werd.
De nieuwjaarsessies werden ook druk bezocht door gepensioneerden. Een chef – pensionado had dan de gewoonte op iedereen die onder zijn bewind actief was geweest af te stevenen met de woorden: “Jou heb ik nog niet gehad!”, gevolgd door de welbekende handdruk. Ontwijken hielp geen zier, de man speurde je feilloos op tussen de honderden aanwezigen. Als je ooit op niet al te goede voet stond met deze baas voelde het dubbel, dat hij nu zo enthousiast voor de dag kwam.
Is het begrijpelijk dat een aantal jubilarissen / aspirant pensionado’s niet kozen voor een officieel afscheid maar alleen op hun afdeling met de directe collega’s een borrel dronken?
Onwillekeurig denk ik dan aan de rouwadvertenties waarin staat, dat het afscheid in besloten kring plaats heeft gevonden.
Is een jubileum / afscheid in de traditionele vorm wel leuk? Of ziet / zien degene(n), om wie het gaat en die het moeten organiseren er tegen op? Hangt het er misschien van af, of je het leuk vindt om een keer in het middelpunt van de belangstelling te staan waar je vroeger niet zo op de voorgrond trad?
Het is heel essentieel, of je bij zo’n bijeenkomst alleen of met een partner bent. Datzelfde geldt nog sterker bij algemene bedrijfsfeestjes. Voor singles zijn bedrijfsfeesten waar partners wel maar goede vrienden niet mee mogen doen geen pretje. Of juist wel? Dit is dé kans om net die collega, waar je in stilte al een oogje op hebt in een informele sfeer te ontmoeten…
Fietsen of wandelen?
Het komt mij zo voor dat we het dating gemeenschap kunnen onderscheiden in fietsers enerzijds en wandelaars anderzijds. Weliswaar zijn er ook leden die zowel wandelen als fietsen op hun to-do-lijstje zetten, ze zijn fluïde zogezegd, maar dat zijn er denk ik niet zoveel. Nu zit ik als Wandelaar ook wel regelmatig op de fiets, maar dat is dan met een doel, de fiets als vervoersmiddel. Een Fietser fietst om het fietsen zelf, om het plezier dat fietsen verschaft. Van het voorbijglijdende landschap, de eeuwig vliedende horizon, van wind om de oren, van bikkelen bij tegenwind. Knap als je zowel Wandelaar als Fietser kan zijn, want het zijn twee verschillende werelden.
De wandelaar is niet gehaast, voor hem (m/v) geen hartritmemonitor, snelheidsmeter en andere prestatiegadgets. De wandelaar is sowieso niet erg van de gadgets. Want dat is de meest kenmerkende eigenschap van wandelen: je hebt er niets meer dan je eigen ‘benenwagen’ nodig, Meer autonomie kun je niet hebben en voor wandelaars is het een gevoel van vrijheid om zonder ballast in een rustig tempo de omgeving te ervaren. Hoewel... menigeen is gevallen voor de verleiding van de Stappenteller, maar dat terzijde. De wandelaar is van alle tijden, h was er al voordat het wiel werd uitgevonden,. Oms bewegingsapparaat is optimaal afgestemd op de uiteenlopende omstandigheden die van nature op aarde voorkomen. Van rul zand tot rotspartijen, kom daar maar eens voor met de fiets.
De fietser beziet de wereld op een iets abstracter nivo. Aan de kleinere details gaat hij al peddelend voorbij. Eens even ergens bij stilstaan is voor de fietser al helemaal niet weggelegd, nee, de fietser kijkt alweer verder, want zijn vervoersmiddel houdt niet van oneffenheden. Het is in hoge mate afhankelijk van een min of meer effen en verhard lint waaroverheen de wielen kunnen rollen en een kei of scheurtje in het wegdek kan fataal zijn. De blik dient altijd vooruit gericht te zijn, maar met die vooruitziende blik legt hij dan wel grotere afstanden af en overziet een groter gebied. Heeft hij daarmee ook ook méér gezien, of een rijkere ervaring opgedaan? Daarover kan je natuurlijk twisten, het is vooral ánders. In mijn optiek is wandelen een meebewegen met de natuur, met gebruikmaking van onze natuurlijke aanleg. Het fietsen is – letterlijk - een uiting van het vooruitgangsdenken, de maakbare wereld, die ons afhankelijk maakt van technologie, maar waardoor ook onze horizon wordt verbreed.
De fiets kun je zien als een van de grote verworvenheden van de industriële revolutie, in de 19e eeuw tot ontwikkeling gekomen, ruwweg in dezelfde tijd dat ook de automobiel ontstond. In een tijdsbestek van zo’n 50 jaar ging het van Draisine (loopfiets) naar Safety Bicycle, het oermodel van onze fiets-met-ketting. Daarvoor moesten wel wegen worden aangelegd; de natuur, die we nu dus infrastructuur noemen, ging grondig op de schop om de vooruitgang mogelijk te maken. De evolutie van loopvermogen heeft wel ietsje langer geduurd. Het verschil is dan ook dat daarvoor de mens zelf, en nog niet de wereld, werd aangepast.
Wij hebben nu de keuze. De fietser kan zich uitleven met een fraai stukje moderne technologie, al dan niet met carbon frame, al dan niet met trapondersteuning. En voor de wandelaar is er gelukkig ook nog genoeg te beleven in dit mooie land en laten we hopen dat dat zo blijft.