Het pijnboompittensyndroom
zaterdag 11 januari 2020
De geschifte psychotherapeut uit de Netflix-serie ´Lucifer´ heeft een lamp op haar ronde tafel staan, een lamp die met een luidruchtige schakelaar aan en uit te knippen is. Ze kon hem (de lamp) dus hoorbaar woedend uitknippen toen haar cliënt Lucifer, zonder zijn gebruikelijke betaling in de vorm van seksuele diensten, vertrok. Hij (die lamp) ziet er trouwens uit als een broertje van de lamp die naast mijn ronde tafel op de grond staat. Die heeft ook zo´n luidruchtige schakelaar. Waar een vrouw zich al niet verbonden mee kan voelen, zo ´s avonds alleen op de bank.
¨Het is 2020,¨ zei de man naast me. Waarmee hij bedoelde: In 2020 kan een vrouw langs de pisbakken naar het enige niet-bezette toilet van een strandtent lopen. De man van 2020 vindt dat namelijk goed. Nu had deze man eerder die dag voorgesteld om van banaan te ruilen omdat hij de mijne mooier vond, maar helemaal ontoerekeningsvatbaar leek hij mij niet. Ik liep dus langs de pisbakken naar het toilet en even later weer terug. Er stond niemand. Wat niet wegneemt dat het 2020 is, en dat het blijkbaar de hoogste tijd is om nieuwe inzichten in het fenomeen man te verwerven. En in het fenomeen fysiek contact: bij minder dan vier knuffels per dag schijnt de mens niet te kunnen overleven. Het eerste artikel hierover legde ik nog schouderophalend naast mij neer: het ging immers vergezeld van interviews met professionele knuffelaars. Maar dan post mijn favoriete filosoof Alain de Botton een schilderij van Sandro Botticelli op facebook, met een prachtige tekst over het cruciale belang van elkaar omhelzen. Op het schilderij staat een engel die een sterveling in een omhelzing troost biedt voor zijn smartelijke bestaan - wat mij terugbrengt bij de vleugel-littekens op de rug van Lucifer. Veiliger dan te moeten bekennen dat ik een welhaast fysieke afkeer heb van het woord ´knuffelen´ in een profiel... Vooruit dan maar, vooruit dan maar, ik neem mij voor in dit nieuwe jaar te werken aan een herwaardering van de knuffelaar. Zoals ik mij heb voorgenomen de raad van The School of Life op te volgen en vaker problemen te veroorzaken. Wat ongenoegen en woede betreft, volg ik nogal eens een strategie die ik 'het pijnboompittensyndroom' ben gaan noemen: het eten van slechte pijnboompitten geeft na een paar dagen een bittere, metaalachtige smaak in de mond die wekenlang kan blijven hangen. Het slechte onmiddellijk herkennen en het uitspugen, zo zou ik willen leven. Niet afwachten of ik het vanzelf zal vergeten, geen vergoelijkende argumenten aanvoeren voor de veroorzaker van mijn ongenoegen, nooit meer de bitterheid in mijn ziel wegspoelen met meditatie, drie afleveringen Lucifer of pure chocolade.
Ik stond een onschuldige glutenvrije linzenburger te bakken, toen over mijn linkerschouder een zwarte kat m´n keuken binnensloop. Ik kijk geschrokken om. De gieter staat waar hij altijd staat, op de vensterbank. Klont zwart plastic met schenktuit. Lucifer? Welnee, ik amuseer mij met hem. Een restantje wandeling met hoofdlampjes door een pikdonker bos? Vast niet, daar was geen angst, alleen saamhorigheid en de hoop dat de boswachter coulant zou zijn. Quasi-hallucinaties van een vrouw alleen met teveel fantasie? Daar zit wat in. Overigens, volgens de Franse filosoof Albert Camus is de mens is het enige wezen dat weigert te zijn wat het is. Dat de strijd aangaat met zichzelf.
In een facebookpost van The School of Life las ik trouwens een werkelijk schitterende nieuwjaarswens:
´Voor 2020 wensen we je: meer luiheid, meer ongemakkelijke momenten, wat meer egoïsme, wat minder optimisme, meer mislukkingen. Op een middelmatig jaar!´
geplaatst door RodeJas - 3922 keer gelezen
Vorige berichten
Impulsen of goede voornemens?
Impulsen en goede voornemens zijn vaak zijn geen lang leven beschoren. Handelen uit een impuls kan je opbreken als het niet goed doordacht is. Goede voornemens zijn lastig vol te houden. Ik heb daar dan ook niet zoveel mee. Liever pas ik in stilte een gewoonte aan, omdat het gezond(er) voor me is en ik soms ook nog eraan moet werken
Zo las ik ooit dat koffie beter voor je lijf is als je het zonder melk en suiker drinkt. Koffiemelk achterwege laten kostte me niet zoveel moeite, geen suiker had ik veel meer moeite mee. Zeker als de koffie sterk is, is de smaak bitterder. Ik deed daarom als tussenfase een tijdje 1 zoetje in een mok koffie. Het vereiste doorzettingsvermogen om koffie zonder suiker lekker te gaan vinden, maar nu ben ik eraan gewend. Een pak suiker heb ik al heel lang niet meer gekocht. Een goed voornemen dwingt je vaak ook om in de spiegel te kijken. Is het haalbaar?
Van straffe rokers is bekend dat ze echt moeten afkicken, omdat het roken een verslaving is geworden. Mijn zoon is het pas gelukt toen hij de liefde van zijn leven had gevonden. Voor haar had hij het over, temeer omdat ze samen graag een gezin wilden stichten. Nu heeft hij een schattig zoontje van 1,5 jaar. Hij is dolblij dat het hem gelukt is. Wat enorm hielp dat zij nooit gerookt heeft, hem dus niet in de verleiding bracht om weer te gaan roken.
Dry januari is een ander verhaal. Ach, die maand is me makkelijk gelukt, ik ben geen alcoholist, ik kan best af en toe weer een glaasje nemen, wordt al gauw gedacht. Voor je het weet zit je na enige tijd weer op je oude niveau. Meer bewegen door te gaan sporten is een populair voornemen. Dat werkt meestal toch beter als je je opgeeft voor een teamsport, want dan dupeer je je teamgenoten als je niet komt. Als je in je eentje gaat fietsen of wandelen telt dat niet. Het is helaas niet zo aanlokkelijkom om ook te gaan als het slecht weer is. Dan komt er toch vaak de klad in.
Tja en dan is er nog het goede voornemen om actiever te gaan daten. Niet wachten tot je een leuk interesse bericht krijgt, maar zelf iemand benaderen. Best moeilijk, want het is niet makkelijk om na afloop te zeggen, ik wil het hierbij laten. Ik heb immers zelf deze man uitgezocht, dus ik heb iets in hem gezien. Toch is het beter dit wel meteen na afloop van de date te zeggen i.p.v. enkele dagen later, anders heb ik misschien verwachtingen gewekt. Ik blijf dit lastig vinden. Dat is voor mij de voornaamste reden dat ik toch liever afwacht tot een man mij benadert...
De ballen
Ik heb mijn kerstmuts maar weer opgezet. De foto is van vorig jaar - wat niks uitmaakt. Wat is een jaar in een mensenleven? Een dag is elke dag weer nieuw: goedemorgen allemaal! En de middag is ook nieuw: goedemiddag alle aanwezigen! Maar de avond dan? Het wordt de hoogste tijd om elkaar hier goedenavond te wensen, elke dag weer. Vóór het welterusten wensen begint natuurlijk. Het jaar daarentegen is maar één keer per jaar nieuw. Dat nieuw worden voltrekt zich in de nacht na Oudejaarsavond, de enige avond van het jaar waarop ik mijn status ‘alleenstaand’ verfoei, ondanks de zes versgebakken glutenvrije oliebollen waarop ik mezelf trakteer. Ik moet trouwens nog twee sinterklaasgedichten schrijven. Heb ik niet al eens gepleit voor één groot Eindejaarsfeest, een feest om de zonnewende te vieren, een feest voor en door ons allemaal?
Laatst ging ik even een pakketje ophalen in een buurtsupermarkt aan de overkant van het kanaal - wat weer eens een ander loopje geeft. Op de stoep, naast een bankje, zat een man op zijn motor. Helm, motorjack, spijkerbroek, hoge leren laarzen. Hij maakte aanstalten om te vertrekken. Ik liep rustig door, hij zou toch wel met wegrijden wachten totdat ik hem voorbij was? Motorrijders beschouwen zichzelf immers als kundige, weldenkende verkeersdeelnemers? Maar nee. Hij gaf gas, een knal, en daar lag de motor op de stoep, met hem eronder. Hij kwam razendsnel overeind - en ik heb maar even gewacht totdat hij klaar was met schelden en stampvoeten voordat ik hem aansprak. Zijn zijspiegels lagen aan scherven op de stoeptegels, en zijn achterkoffer lag een paar meter verderop. Hij was met die koffer aan het bankje blijven haken. Een goede motorrijder was hij dus niet, maar een vriendelijke man was hij wel: ‘Mevrouw, ik lette op u toen ik wegreed,’ zei hij, ‘en daardoor vergat ik hoe breed die koffer is.’ Wat mij toch niet heel logisch leek. Zelfs met mijn sterk ontwikkelde, dus makkelijk aan te spreken schuldgevoel, leek mij dit niet logisch, hoe vriendelijk hij het ook zei. Maar ja, ík kon gewoon doorlopen naar de buurtsuper en met mijn pakketje naar huis gaan, en hij stond met een kapotte motor en een zeer been op die stoep. Ik heb dus gevraagd of hij hulp nodig had (dat had hij niet), en ben toen mijn pakketje maar gaan halen.
Thuis glimlacht de kerstboom naar me. Hij is gemaakt van donkergroen draadstaal, en hij heeft weelderige krullen. Er hangen gouden slierten in die krullen, een zilveren parelsnoer, stervormige lichtjes, engeltjes - en ballen. Blauwe, koperen, rode, zilveren en doorzichtige ballen. En groene, vooral groene ballen. Die hingen er aanvankelijk niet, maar ze ontbraken. Soms weet je zeker dat iets ontbreekt, nietwaar? Vorig jaar nog, heb ik de leemte opgevuld met kleine balletjes. Maar een mens heeft niks aan kleine balletjes als de ballen groot moeten zijn. In een bomvol Brabants tuincentrum vond ik de goede ballen - én een mondgeblazen, met de hand beschilderde zeemeerman. De zeemeerman heb ik voorzichtig teruggehangen aan zijn haakje.
Is december een feestmaand voor iedereen?
December heeft de naam dé feestmaand bij uitstek te zijn. Sint Nicolaas, de kerstdagen en oud – en nieuwjaar. Allemaal dagen die uitnodigen om eens goed uit te pakken. Traditioneel werden die feestdagen zeker buiten de grote steden vaak in familie / gezinsverband doorgebracht. Het was dan ook gebruikelijk dat ouderen die door overlijden van hun partner of door andere oorzaken alleen kwamen te staan bij familie mochten aanschuiven.
Na Sinterklaas komen de kerstfilms op de t.v. en reclames voor kerstartikelen; vervolgens lees ik over de wedstrijden die (vroeger door het Algemeen Dagblad) georganiseerd werden over de lekkerste oliebollen. Is het weer dezelfde kraam, die gaat strijken met de hoogste eer ?
De ontwikkeling van de individualisering, nieuwe interesses en drukke agenda’s van jongvolwassenen hebben namelijk een kentering veroorzaakt in de gewoonte, dat grootouders, kinderen en kleinkinderen deze feestdagen en vooral de kerstdagen samen doorbrengen. Veel twintigers of dertigers gaan in de kersttijd met hun veelal kleine gezin elders vertoeven. Het is veel minder dan vroeger gebruikelijk dat zij thuis met hun mam of paps de feestdagen doorbrengen. En vaak willen de ouders zich niet meer op sleeptouw laten nemen door hun kroost, omdat ze de jongelui niet door hun meedoen met de korte vakantie willen belasten.
Daar zijn verschillende goede redenen voor. Grootouders willen zich wel eens bemoeien met de opvoeding van hun kleinkinderen. En dat gaat schuren. Verder is er het financiële aspect. Soms zitten de grootouders ruimer in hun slappe was, maar tegenwoordig hoeven ook omgekeerd hun kinderen vaak minder op elk dubbeltje te letten. Dan komt schaamtegevoel om de hoek kijken. Natuurlijk kun je daar afspraken over maken, maar toch.
In de wintertijd zijn er in mijn familie en vriendenkring naast de eerder genoemde feesten nog enkele verjaardagen. Het kan niet op! Op verjaarsvisite gaan kan ontaarden in opzitten en pootjes geven. Natuurlijk zijn er nog steeds familieverbanden waarin zowel Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuwjaar heel gezellig gevierd worden.
Ik vind het zelf prettig om in elk geval op Nieuwjaarsdag even bij mijn zoon en zijn gezin aan te wippen. Dat is dan een life onderstreping van de al eerder telefonisch, met kaarten of via mail uitgewisselde goede wensen. Een traditie die ik graag in ere houd. Wel moet ik dan het zo inkleden dat mijn bezoek niet stoort in het kijken naar de bekende Nieuwjaars programma’s zoals het concert uit Wenen en het schansspringen.
Tegenwoordig boek ik geruime tijd voor de kerstweek al een paar jaar een kerstreisje naar het buitenland, meestal met wat culturele inhoud. Er zijn nog steeds single-reizen, hoewel die formule minder populair is dan pakweg tien jaar geleden, Ik beschouw deze opzet dan niet als een vlucht maar als een kans andere mogelijkheden die de kerstweek biedt mee te maken. Plusje: Ik kan ook weer onbekende mensen ontmoeten. Het zoeken naar een leuke reis is voor mij eigenlijk al een soort feestje, een feestelijke zoektocht.
Het zou voor een onderzoeker (socioloog) wellicht interessant zijn na te gaan, hoeveel mensen de feestdagen bij familie of bekenden vieren en hoeveel er net als ik voor kiezen buiten de vertrouwde kring kerst en misschien ook de andere feestdagen te vieren.
Een dag ben ik altijd in mijn uppie thuis. Oudejaarsdag vier ik met oliebollen en appelflappen, bij de t.v. in afwachting van het aftelmoment om twaalf uur ’s nachts.
Hoe vieren lezers van deze ontboezeming zelf de feestdagen? Is er in de loop der jaren iets veranderd in de invulling van de decembermaand? Is er een bepaalde trend te bespeuren, zoals ik dat suggereerde? Ik weet vrij zeker, dat het veel uitmaakt of je wel of niet in een relatie zit.