Toverwoord is toewijding
woensdag 3 april 2019
 
In mijn tuin staat een laurierboom. Het was een forse struik met meerdere stammen, maar ik heb de onderste takken enige jaren geleden weggesnoeid. Nu is het een rond boompje geworden met een dicht bladerdek. Midden in het bolle gedeelte van de boom, heb ik sinds kort een tortelduivennest. Zij zit continu op het nest om de eieren warm te houden. Hij komt af en toe langs met wat takjes in zijn snavel, om het nest voller of warmer te maken. Soms brengt hij wat eten voor haar mee, omdat zij de eieren niet onbewaakt achter kan laten. De aanvliegroute gaat lijnrecht over de plaats waar mijn droogmolen staat, dus heb ik besloten mijn wasgoed voorlopig maar aan een rekje aan de muur te hangen of binnen te laten drogen.
Wat me treft is de enorme toewijding aan het nest en aan elkaar die dit vogelpaar laat zien. Daar zou menig mensen-liefdes-paar een voorbeeld aan kunnen nemen. Maandagmiddag zat ik, vanuit mijn tuinstoel, een tijdje dit liefelijke tafereel te bekijken. Het was best hard werken voor die vogels, maar ze deden het bijna als vanzelfsprekend. Is toewijding dan het toverwoord? En waarom gaat het bij ons dan vaak zo stroef? Wij hebben in de loop der tijd al een kant en klaar "eigen nest" opgebouwd, zou dat de reden zijn? Onze kinderen zijn ( merendeels) volwassen en hebben allang hun eigen huis en gezin, die redden zich ook wel zonder ons. Natuurlijk springen we bij als het nodig is en vinden we het fijn als ze regelmatig bij ons langskomen. Maar dat is soms toch niet voldoende en zoeken we ook iemand voor onszelf. Om de liefde van een nieuwe partner voor je te winnen en in stand te houden is enorme toewijding vereist. Dat besef drong, tijdens het observeren van deze tortelduiven in mijn achtertuin, pas goed tot me door. Maar ik was niet de eerste die dat zag.
In de 11e eeuw schreef een Vlaamse monnik een mooie dichtregel in het Oud-Nederlands. Het is de oudste geschreven dichtregel in onze Nederlandse taal die ze gevonden hebben en daar wil ik mijn blog graag mee afsluiten. Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu ( Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij )...
geplaatst door sixty - 4625 keer gelezen
Vorige berichten
Zeeman (2)
Lang, héél lang geleden schreef ik dit blog en ik recycle het met veel plezier naar aanleiding van het laatste blog van een ander lid; vandaar de (2). Komtie.
‘Wat vind jij spannend?’, vraagt ze terwijl ze haar been tussen dat van mij inwurmt.
‘Pardon?’ Er zijn natuurlijk genoeg dingen die ik spannend vind, maar we zitten in een openbaar dranklokaal met een goede akoestiek en ze heeft een vrij luide stem. Bovendien is dit onze eerste ontmoeting en ik heb bij mijn weten nog geen signalen afgegeven die erop zouden kunnen wijzen dat ik na een half uur al toe ben aan gewenste intimiteiten als deze. Dus ik kies een veilige route.
‘Ik heb nog niet zo lang geleden The Killing 3 gezien; ik vind deel drie wel weer erg goed ondanks de matige kritieken.’
‘Nee’, kirt ze, ‘je weet best wat ik bedoel.’
Mijn gezicht is een en al vraagteken, maar ze laat zich niet van de wijs brengen. ‘Houd je van lingerie?’ Ik besluit om maar een beetje mee te bewegen. Niet met haar been dat nog steeds terrein wint, maar als in de LOI-cursus ‘Omgaan met opdringerige mensen’.
‘Nou, houden van, houden van, dat is misschien wat sterk uitgedrukt, maar ik ga niet graag de deur uit zonder onderbroek, dus in dat opzicht ben ik er wel op gesteld.’
Ze doet net of ze me niet hoort en begint uit te weiden over haar omvangrijke lingeriecollectie3. Er komen allerlei namen voorbij waarvan alleen die van Marlies Dekkers blijft hangen. Die naam herken ik, omdat ik haar lange tijd heb verward met die van Inge Dekker, een zwemster, totdat iemand me daarop wees. Sindsdien weet ik dat Inge zwemt en Marlies ondergoed maakt.
‘En jij, wat draag jij?, vraagt ze.
‘Ik koop mijn onderbroeken altijd bij Zeeman.’
‘Bij de Zeeman?’ schreeuwt ze, goed hoorbaar voor de voltallige clientèle. ‘Koop jij je onderbroeken bij dé Zeeman?’ Het misplaatste, ik wil niet zover gaan om te zeggen foutieve gebruik van het lidwoord 'de' vóór bedrijfsnamen die zijn afgeleid van een eigennaam, is me al jaren een doorn in het oog: de Bart Smit, de Blokker, de V&D en ga zo maar door. Dat zij het ook doet, brengt ons beslist niet nader tot elkaar. Hoe kom ik in godsnaam van dat been af?
‘Ja, drie voor vijf euro. Ik koop altijd zwarte, dat is in de meest voorkomende gevallen een goede schutkleur.’ Haar been verhuist met een bruuske beweging terug naar haar eigen helft.
Mijn ex zaliger droeg in de winter vaak wollen onderbroeken en zelfs daardoor liet ik me niet uit veld slaan. Het kwam in die tijd trouwens helemaal niet in me op om het woord spannend ook te betrekken op ondergoed. Twee kinderen, twee banen, twee auto’s, twee huizen, twee vakanties, twee poezen en twee cavia’s stonden gedurende enkele decennia garant voor meer dan voldoende spanning in huize Plan B. Van een bh die meer bandjes heeft dan de Erasmusbrug tuidraden zouden we alleen maar in de war zijn geraakt. En bovendien, wat is spannend? De belofte is vaak zoveel spannender dan de vervulling. Dat geile ondergoed laat zo weinig aan de verbeelding over. Het is zo voorspelbaar. Nu weet ik ook wel dat er tussen ondergoed van Zeeman en geile rompertjes nog een wereld te ontdekken valt in lingerieland, maar ik vind het niet direct een onderwerp om de vergadering mee te openen en zeker niet op zo’n broeierige toon.
‘Ik weet niet of ik op een man val die onderbroeken van de Zeeman draagt hoor’, zegt ze. Dit is een vreemd gesprek, denk ik. Vertel mij welke onderbroek u draagt en ik vertel u wie u bent. Als ik weer thuis ben, kan ik het niet laten om mijzelf aan een kritisch onderbroekenonderzoek te onderwerpen, want je moet altijd openstaan voor andere meningen. Maar als ik voor de spiegel sta, slechts gekleed in dat voor sommige mensen blijkbaar cruciale kledingstuk, zie ik geen reden om mijn aankoopbeleid te wijzigen. De Zeeman kan op mij blijven rekenen.
Inmiddels is die laatste zin niet meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Ik koop nu bij Wibra. En natuurlijk is ook dit soweiso allemaal verzonnen. Was het maar waar.
De Lingerie Afdeling
Allemaal uitstappen, we zijn op de lingerie afdeling aangeland!
Al vaker besproken dat uiterlijk een ding is, belangrijk, kleding speelt hierbij zeker ook een rol.
De een zal het liefst een man in overhemden hebben, de ander in een lekker casual T-shirt of leuke sweater. En de ene man heeft mogelijk het liefst een vrouw in een jurk, de ander lekker casual in jeans en leuke top of sweater.
Maar wat daar dan weer onder zit, maakt ook weer uit. En kan ook weer wat zeggen over het soort persoon.
Ik vergeet nooit meer dat mijn man toen ik hem leerde kennen van die ouderwetse witte onderbroeken droeg. Met gulp ook nog?! Hij was toen 26!
Zijn moeder kocht zijn ondergoed en sja, dan krijg je dat blijkbaar.
Dat was heel snel afgelopen, want dat ging mij toch echt 10 straten te ver. Het interesseerde hem allemaal niet zo.
Dat is dus een mogelijkheid, dat iemand iets draagt wat niet aantrekkelijk is maar dat het hem/haar niet kan schelen.
En laten we eerlijk wezen, ondergoed ziet op zich ook niemand anders dan jij.
Lang geleden hadden we leuke buurtjes, ook jonge mensen met jonge kindjes. Ik weet nog dat ik het hier wel eens over had met mijn buuv. Dat ze grapte, “Als er ooit brand uitbreekt en we moeten in ons ondergoed de straat op, staan we goed te kijken!”
Hij had een hele goede baan, maar ze hadden ook 3, en later 4, jonge kids.
Het is dus niet alleen wel of niet geïnteresseerd zijn in wat er onder je kleding zit, geld speelt ook een rol.
Ook leeftijd zal een factor zijn. Misschien in combi met vertrouwde gewoontes van vroeger. Volgens mij dragen veel mensen op leeftijd een hemd. Misschien is dat dan ook nodig voor extra warmte, misschien is het vasthouden aan de gewoonte?
Vroeger toen ik jong meisje was, droeg iedereen een hemd. Maar dat was logisch. In die tijd was er nog geen dubbel glas of geen verwarming, en zeker niet boven op slaapkamers. En de winters waren koud.
Ik weet nog dat ik in de winter niet alleen een katoenen hemd aan kreeg, maar daarover ook een wollen borstrok.
Ik had er een bloedhekel aan, want ik kan niet tegen wol, dus dan had ik heel de dag geprik en gejeuk van dat rotding.
Of volwassenen ook zo’n borstrok droegen, weet ik eigenlijk weer niet. Volgens mij niet.
En dan is er comfort.
Dat is er één die voor mij een grote rol speelt. Ik hou er niet van als iets dan misschien wel mooi of sexy is maar de hele godganse dag prikt, schuurt, zweet of hoe dan ook irriteert.
Ik heb een gevoelige huid die niet houdt van synthetisch gedoe, dus ik val dan toch voor huidvriendelijkere stoffen.
Wat mij qua damesondergoed nog het meest heeft verbaasd eigenlijk is de komst van de zg. ‘reetveter’.
Ik vond dat iets voor af en toe onder een rokje. Groot was mijn verbazing toen mijn jonge tienerdochter ineens geen normale slipjes meer wilde maar g-strings?
Dit omdat alle meisjes dat droegen. Sja… dan kun je natuurlijk niet achterblijven. Maar dat die dingen een blijvertje zouden zijn en ‘normaal’ zouden worden, had ik ergens toch niet verwacht.
Maar niet alleen voor vrouwen, ook voor mannen is er verandering en vernieuwing gekomen in ondergoed.
Ik kan me toch niet heugen in ieder geval dat er vroeger boxers waren. Volgens mij was het al heel wat dat de gewone heren onderbroek in een versie zonder gulp op de markt kwam. En in kleurtjes.
En ergens in de tijd van mijn opa waren er ook nog lange onderbroeken. Ik kan me nog heel ver weg herinneren dat mijn opa die droeg in de winter.
Anno nu is de boxer heel normaal.
Ik vind zelf een man in een strakke boxer het meest aantrekkelijk om te zien.
Er zijn ook van die losse katoenen boxers. Veel Amerikaanse mannen dragen die volgens mij nog altijd.
Eerlijk gezegd lijkt het mij zo oncomfortabel zo’n ding te dragen als man! Je hele lunchpakket hangt dan aan één kant in die boxer, die niet mee rekt, in je broekspijp.
Prettig lijkt het mij dan niet.
En uiteraard zijn er ook strings voor mannen.
Ik weet nog dat ik het wel eens met mijn osteopathe aankaartte omdat mannelijke cliënten dan ook uit de kleren moeten.
Ik vroeg haar of ze wel eens mannen kreeg in een string en hoe ze daarmee omging.
Ze zei dat ze hen dan behandelde, maar wel aangaf dat ze de volgende keer iets anders aan moesten trekken.
Dan lingerie. Ook zo’n dingetje. In quizzen kwam ik nog wel eens tegen dat mannen vroegen hoe je dat zou vinden, als hij lingerie voor jou zou kopen.
Tja, liever niet!
Als manlief iets zou kopen wat hij mooi vindt, maar waar ik me absoluut niet prettig in voel, schiet het toch het doel voorbij. Lingerie is alleen aantrekkelijk en sexy als je je als vrouw er mooi in voelt. Dan geeft het je zelfvertrouwen ook een boost.
Ik weet zelf ook het beste wat mij goed staat en wat niet.
Dus als het op lingerie aankomt, koop ik dat wel zelf! Samen kopen zou een optie kunnen zijn.
Ik denk dat er wel een verband is tussen het type ondergoed en de bovenkleding die iemand draagt.
Maar wat als dat niet zo is en je partner perse iets wil dragen wat jij absoluut niet aantrekkelijk vindt?
Zou het dan ook een dealbreaker kunnen zijn?
Valt reageren ook nog te leren?
Elke vorm van tweezijdige communicatie, verbaal of non verbaal, bij een fysieke ontmoeting of bij digitaal contact, en zelfs bij schriftelijke uitwisseling draait om reacties.
Actie roept reactie op. Als een woord, een mening door iemand uitgedragen niet goed landt bij de luisteraar, de lezer kunnen er verschillende dingen gebeuren.
Een gesprek is een woordenspel, het ontaardt niet zelden in een woordenstrijd. Of er wordt door een van de partijen iets gezegd, wat in het verkeerde keelgat schiet. Soms wordt een uitspraak niet bedoeld om de ander te kwetsen, maar ook komt het voor dat er iets opzettelijk wordt gezegd of geschreven, dat de hoorder / lezer op een verkeerde manier raakt.
Van iemand die heel snel reageert en vooral met een onplezierige uitspraak op de proppen komt wordt gezegd, dat die persoon het hart op de tong heeft. De spreker gebruikt dit ook wel als excuus voor een lompe niet doordachte uitspraak. En dat excuus wordt echt niet door iedereen geaccepteerd.
Voordat ik ergens op reageer probeer ik waar mogelijk mijn woorden goed te kiezen. Bij schriftelijke communicatie gaat dat wat eenvoudiger dan in een “een op-een” gesprek. Wie wel eens een toespraak voor een groter gezelschap moest houden kan zich bedienen van een uitgewerkt verhaal, dan gaat de spontaniteit er een beetje af. Toch kan zo’n uitgewerkte toespraak op papier de redenaar voor veel ellende begoeden.
Er zijn politici die hun uitspraken heel zorgvuldig afwegen en dan nog onderuit gehaald worden door heel kritische luisteraars en commentatoren. Andere sprekers uit de landelijke en internationale politiek blunderen zonder blikken of blozen; soms kiezen zij ervoor een volgende keer een mening te verkondigen, die geheel tegengesteld is aan wat zij aanvankelijk te berde brachten.
Hoe gaat dat bij een gesprek tijdens een date? Ik kan mij niet voorstellen dat iemand gewapend met een blocnootje de ontmoeting met een potentiële geliefde aangaat! Ik zie het al voor me, met een potloodje achter oor geklemd zittend aan het tafeltje in het bruine café. Mijn date zou mij meteen vragen of ik soms bij een krant of roddelblad werk als journalist of schrijver van smeuïge artikeltjes.
Er zijn situaties, waarin het niet verwacht wordt dat iemand reageert of pas reageert nadat de spreker zijn verhaal heeft afgerond. Reageren in een vergadering verloopt heel anders dan antwoorden in een gesprekje bij een date. In een vergadering hoort een voorzitter de touwtjes in de handen te houden. Ik heb veel vergaderingen zowel beroepsmatig als in het vrijwilligersleven bijgewoond, vaak als secretaris / notulist en daarom heb ik ook heel wat voorzitters “versleten”. In het kader van een leergang discussie- en vergadertechniek heb ik ook een les voorzitterschap gekregen. Daardoor ontdekte ik dat er goede en belabberde voorzitters zijn (evenals goede en slechte notulisten). Een vergadering die verzandt in oeverloos gezwam is een ware ramp.
Ik kan pas reageren als ik in een gesprek datgene wat diegene die tegenover mij zit uitgesproken heeft goed beluisterd heb. Helaas betrap ik mij er zelf op, dat ik dan vooral daarop reageer, wat mij geraakt heeft maar niet op dat, waar mijn gesprekspartner mee zit. Dat lijkt een beetje op opportunistisch reageren. Of is het weer zelfbescherming? Doordat ik niet inga op zaken, waardoor ik in een moeilijk parket zou kunnen geraken voorkom ik dat ik dingen noem, die ik eigenlijk voor me wil houden.
Het kan geen kwaad voorzichtig te zijn in zowel de woordkeuze als de keuze van de gespreksonderwerpen. Soms raak ik door een van die keuzes een gevoelige snaar. Maar, dat doen anderen ook bij mij! Ik wens iedereen fijne gesprekken toe en heel mooie reacties…